Engels

Uitgebreide synoniemen voor fuzzy in het Engels

fuzzy:

fuzzy bijvoeglijk naamwoord

  1. fuzzy
    fuzzy; drowsy; soporific; dozy; sleepy
  2. fuzzy
    fuzzy; frizzy; frizzled; ruffled; frizzly
  3. fuzzy
    – covering with fine light hairs 1
    fuzzy; fuzzed
    – covering with fine light hairs 1
    • fuzzy bijvoeglijk naamwoord
    • fuzzed bijvoeglijk naamwoord
      • his head fuzzed like a dandelion gone to seed1
  4. fuzzy
    – confused and not coherent; not clearly thought out 1
    vague
    • vague bijvoeglijk naamwoord
    fuzzy
    – confused and not coherent; not clearly thought out 1
    • fuzzy bijvoeglijk naamwoord
      • a vague and fuzzy idea of the world of finance1
  5. fuzzy
    – indistinct or hazy in outline 1
    vague
    – lacking clarity or distinctness 1
    • vague bijvoeglijk naamwoord
      • saw a vague outline of a building through the fog1
    fuzzy; hazy; blurred; foggy; muzzy; bleary; blurry
    – indistinct or hazy in outline 1
    • fuzzy bijvoeglijk naamwoord
    • hazy bijvoeglijk naamwoord
    • blurred bijvoeglijk naamwoord
      • a landscape of blurred outlines1
    • foggy bijvoeglijk naamwoord
    • muzzy bijvoeglijk naamwoord
    • bleary bijvoeglijk naamwoord
    • blurry bijvoeglijk naamwoord
      • the trees were just blurry shapes1

fuzzy

  1. fuzzy
    to blur; to dim; slur
    – become vague or indistinct 1
    • blur werkwoord (blurs, blurred, blurring)
      • The distinction between the two theories blurred1
    • dim werkwoord (dims, dimmed, dimming)
    • slur werkwoord
  2. fuzzy

Verwante woorden van "fuzzy":

  • fuzziness, fuzzier, fuzziest

Alternatieve synoniemen voor "fuzzy":


Verwante definities voor "fuzzy":

  1. covering with fine light hairs1
  2. confused and not coherent; not clearly thought out1
    • a vague and fuzzy idea of the world of finance1
  3. indistinct or hazy in outline1

Verwante synoniemen voor fuzzy