Engels

Uitgebreide synoniemen voor gismo in het Engels

gismo:

gismo [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the gismo
    – a device or control that is very useful for a particular job 1
    the convenience; the appliance; the gadget; the widget; the gismo; the contraption; the gizmo; the contrivance
    – a device or control that is very useful for a particular job 1
    • convenience [the ~] zelfstandig naamwoord
    • appliance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gadget [the ~] zelfstandig naamwoord
    • widget [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gismo [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • contraption [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gizmo [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • contrivance [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the gismo
    – something unspecified whose name is either forgotten or not known 1
    the gimmick; the thingumabob; the doodad; the thingumajig; the thingamajig; the gubbins; the gismo; the doohickey; the thingmabob; the thingamabob; the gizmo; the doojigger
    – something unspecified whose name is either forgotten or not known 1
    • gimmick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • thingumabob [the ~] zelfstandig naamwoord
    • doodad [the ~] zelfstandig naamwoord
      • she eased the ball-shaped doodad back into its socket1
    • thingumajig [the ~] zelfstandig naamwoord
    • thingamajig [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gubbins [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gismo [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • doohickey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • thingmabob [the ~] zelfstandig naamwoord
    • thingamabob [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gizmo [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
      • there may be some great new gizmo around the corner that you will want to use1
    • doojigger [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "gismo":


Verwante definities voor "gismo":

  1. a device or control that is very useful for a particular job1
  2. something unspecified whose name is either forgotten or not known1