Engels

Uitgebreide synoniemen voor hardship in het Engels

hardship:

hardship [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hardship
    the poverty; the lack; the paucity; the destitution; the dearth; the hardship; the penury; the need; the want
    • poverty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lack [the ~] zelfstandig naamwoord
    • paucity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • destitution [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dearth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hardship [the ~] zelfstandig naamwoord
    • penury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • need [the ~] zelfstandig naamwoord
    • want [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the hardship
    the deprivation; the hardship; the poverty
  3. the hardship
    – something hard to endure 1
    the severity; the hardship; the grimness; the asperity; the severeness; the rigour; the rigor; the rigourousness; the rigorousness
    – something hard to endure 1
    • severity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hardship [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grimness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • asperity [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the asperity of northern winters1
    • severeness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rigour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • rigor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • rigourousness [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • rigorousness [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  4. the hardship
    – something that causes or entails suffering 1
    the hardship
    – something that causes or entails suffering 1
    • hardship [the ~] zelfstandig naamwoord
      • I cannot think it a hardship that more indulgence is allowed to men than to women1
      • the many hardships of frontier life1
  5. the hardship
    – a state of misfortune or affliction 1
    the adversity; the hardship; the hard knocks
    – a state of misfortune or affliction 1
    • adversity [the ~] zelfstandig naamwoord
      • debt-ridden farmers struggling with adversity1
    • hardship [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a life of hardship1
    • hard knocks [the ~] zelfstandig naamwoord

hardship

  1. hardship
  2. hardship

Verwante woorden van "hardship":

  • hardships

Alternatieve synoniemen voor "hardship":


Verwante definities voor "hardship":

  1. something hard to endure1
  2. something that causes or entails suffering1
    • I cannot think it a hardship that more indulgence is allowed to men than to women1
    • the many hardships of frontier life1
  3. a state of misfortune or affliction1
    • a life of hardship1

Verwante synoniemen voor hardship