Engels

Uitgebreide synoniemen voor heydays in het Engels

heydays:

heydays [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the heydays
    the heydays; the heyday; the high days; the glory days; the prosperous time; the golden age

Verwante woorden van "heydays":


heyday:

heyday [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the heyday
    the heydays; the heyday; the high days; the glory days; the prosperous time; the golden age
  2. the heyday
    the feast day; the heyday; the high day
    • feast day [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heyday [the ~] zelfstandig naamwoord
    • high day [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the heyday
    – the period of greatest prosperity or productivity 1
    the prime; the peak; the flush; the flower; the bloom; the blossom; the heyday; the efflorescence
    – the period of greatest prosperity or productivity 1
    • prime [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flush [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flower [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blossom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heyday [the ~] zelfstandig naamwoord
    • efflorescence [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "heyday":


Alternatieve synoniemen voor "heyday":


Verwante definities voor "heyday":

  1. the period of greatest prosperity or productivity1