Engels

Uitgebreide synoniemen voor hinderance in het Engels

hinderance:

hinderance [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the hinderance
    – the act of hindering or obstructing or impeding 1
    the interference; the hindrance; the hinderance
    – the act of hindering or obstructing or impeding 1
  2. the hinderance
    – any obstruction that impedes or is burdensome 1
    the interference; the hitch; the hindrance; the preventive; the preventative; the encumbrance; the incumbrance; the hinderance
    – any obstruction that impedes or is burdensome 1
  3. the hinderance
    – something immaterial that interferes with or delays action or progress 1
    the check; the impediment; the hindrance; the handicap; the deterrent; the balk; the hinderance; the baulk
    – something immaterial that interferes with or delays action or progress 1
    • check [the ~] zelfstandig naamwoord
    • impediment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hindrance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • handicap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deterrent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • balk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hinderance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • baulk [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "hinderance":


Verwante definities voor "hinderance":

  1. the act of hindering or obstructing or impeding1
  2. any obstruction that impedes or is burdensome1
  3. something immaterial that interferes with or delays action or progress1