Engels

Uitgebreide synoniemen voor imp in het Engels

imp:

imp [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the imp
    – (folklore) fairies that are somewhat mischievous 1
    the gnome; the dwarf
    – a legendary creature resembling a tiny old man; lives in the depths of the earth and guards buried treasure 1
    • gnome [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dwarf [the ~] zelfstandig naamwoord
    the hobgoblin
    – (folklore) a small grotesque supernatural creature that makes trouble for human beings 1
    the pixie; the imp
    – (folklore) fairies that are somewhat mischievous 1
    • pixie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • imp [the ~] zelfstandig naamwoord
    the kobold
    • kobold [the ~] zelfstandig naamwoord
    the troll
    – (Scandanavian folklore) a supernatural creature (either a dwarf or a giant) that is supposed to live in caves or in the mountains 1
    • troll [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the imp
    – (folklore) fairies that are somewhat mischievous 1
    the dwarf; the gnome
    – a legendary creature resembling a tiny old man; lives in the depths of the earth and guards buried treasure 1
    • dwarf [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gnome [the ~] zelfstandig naamwoord
    the pixie; the imp
    – (folklore) fairies that are somewhat mischievous 1
    • pixie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • imp [the ~] zelfstandig naamwoord
    the kobold
    • kobold [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the imp
    – (folklore) fairies that are somewhat mischievous 1
    the elf; the imp; the pixie; the brownie; the hob; the pixy; the gremlin
    – (folklore) fairies that are somewhat mischievous 1
    • elf [the ~] zelfstandig naamwoord
    • imp [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pixie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • brownie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hob [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pixy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gremlin [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the imp
    the imp; the little devil
    • imp [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little devil [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the imp
    – one who is playfully mischievous 1
    the imp
    – one who is playfully mischievous 1
    • imp [the ~] zelfstandig naamwoord
    the little rascal; the little rogue
  6. the imp
    – one who is playfully mischievous 1
    the monkey; the rascal; the imp; the scamp; the scalawag; the scallywag; the rapscallion
    – one who is playfully mischievous 1
    • monkey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rascal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • imp [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scamp [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scalawag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scallywag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rapscallion [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "imp":

  • imps

Alternatieve synoniemen voor "imp":


Verwante definities voor "imp":

  1. (folklore) fairies that are somewhat mischievous1
  2. one who is playfully mischievous1

Verwante synoniemen voor imp