Engels

Uitgebreide synoniemen voor instinct in het Engels

instinct:

instinct [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the instinct
    the intuition; the instinct
  2. the instinct
    the instinct; the drive; the urge; the impulse
    • instinct [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • urge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • impulse [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the instinct
    the natural drive; the natural urge; the instinct
  4. the instinct
    – inborn pattern of behavior often responsive to specific stimuli 1
    the instinct; the inherent aptitude
    – inborn pattern of behavior often responsive to specific stimuli 1
    • instinct [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the spawning instinct in salmon1
      • altruistic instincts in social animals1
    • inherent aptitude [the ~] zelfstandig naamwoord

instinct bijvoeglijk naamwoord

  1. instinct
    – (followed by `with')deeply filled or permeated 1
    instinct; replete
    – (followed by `with')deeply filled or permeated 1
    • instinct bijvoeglijk naamwoord
      • words instinct with love1
    • replete bijvoeglijk naamwoord
      • it is replete with misery1

Verwante woorden van "instinct":


Alternatieve synoniemen voor "instinct":


Verwante definities voor "instinct":

  1. (followed by `with')deeply filled or permeated1
    • words instinct with love1
  2. inborn pattern of behavior often responsive to specific stimuli1
    • the spawning instinct in salmon1
    • altruistic instincts in social animals1

Verwante synoniemen voor instinct