Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor manacles in het Engels

manacles:

manacles [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the manacles
    the handcuffs; the irons; the manacles; the fetter
    • handcuffs [the ~] zelfstandig naamwoord
    • irons [the ~] zelfstandig naamwoord
    • manacles [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fetter [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the manacles
    the handcuffs; the manacles
  3. the manacles
    the irons; the handcuffs; the manacles
    • irons [the ~] zelfstandig naamwoord
    • handcuffs [the ~] zelfstandig naamwoord
    • manacles [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "manacles":


manacle:

manacle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the manacle
    the shackle; the manacle
    • shackle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • manacle [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the manacle
    – shackle that consists of a metal loop that can be locked around the wrist; usually used in pairs 1
    the cuff; the handcuff; the manacle; the handlock
    – shackle that consists of a metal loop that can be locked around the wrist; usually used in pairs 1
    • cuff [the ~] zelfstandig naamwoord
    • handcuff [the ~] zelfstandig naamwoord
    • manacle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • handlock [the ~] zelfstandig naamwoord

manacle werkwoord

  1. manacle
    – confine or restrain with or as if with manacles or handcuffs 1
    cuff; to handcuff; manacle
    – confine or restrain with or as if with manacles or handcuffs 1
    • cuff werkwoord
    • handcuff werkwoord (handcuffs, handcuffed, handcuffing)
      • The police handcuffed the suspect at the scene of the crime1
    • manacle werkwoord

Verwante woorden van "manacle":


Alternatieve synoniemen voor "manacle":


Verwante definities voor "manacle":

  1. shackle that consists of a metal loop that can be locked around the wrist; usually used in pairs1
  2. confine or restrain with or as if with manacles or handcuffs1