Engels

Uitgebreide synoniemen voor neighbouring in het Engels

neighbouring:

neighbouring bijvoeglijk naamwoord, Brits

  1. neighbouring
    adjacent; neighbouring; adjoining; neighboring
  2. neighbouring
    neighbouring; surrounding; adjacent; neighboring
  3. neighbouring
    – having a common boundary or edge; abutting; touching 1
    adjacent; neighbouring; contiguous; neighboring; conterminous
    – having a common boundary or edge; abutting; touching 1
    • adjacent bijvoeglijk naamwoord
    • neighbouring bijvoeglijk naamwoord, Brits
    • contiguous bijvoeglijk naamwoord
      • Utah and the contiguous state of Idaho1
    • neighboring bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
      • neighboring cities1
    • conterminous bijvoeglijk naamwoord
      • the side of Germany conterminous with France1

neighbouring [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the neighbouring
    the neighbouring; the surrounding; the neighboring

Alternatieve synoniemen voor "neighbouring":


Verwante synoniemen voor neighbouring