Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal nucleus

Synoniemen voor "nucleus" in het Engels

Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. nucleus:

Engels

Uitgebreide synoniemen voor nucleus in het Engels

nucleus:

nucleus [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the nucleus
    the nucleus; the pivot; the nexus; the central point; the centre; the hub; the center
    • nucleus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pivot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nexus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • central point [the ~] zelfstandig naamwoord
    • centre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • hub [the ~] zelfstandig naamwoord
    • center [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. the nucleus
    the middle; the pivot; the nucleus; the inner
    • middle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pivot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nucleus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • inner [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the nucleus
    – the central structure of the lens that is surrounded by the cortex 1
    the nucleus; the lens nucleus
    – the central structure of the lens that is surrounded by the cortex 1
  4. the nucleus
    – a part of the cell containing DNA and RNA and responsible for growth and reproduction 1
    the nucleus; the cell nucleus; the karyon
    – a part of the cell containing DNA and RNA and responsible for growth and reproduction 1
  5. the nucleus
    – any histologically identifiable mass of neural cell bodies in the brain or spinal cord 1
    the nucleus
    – any histologically identifiable mass of neural cell bodies in the brain or spinal cord 1
    • nucleus [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the nucleus
    – a small group of indispensable persons or things 1
    the core; the nucleus; the core group
    – a small group of indispensable persons or things 1
    • core [the ~] zelfstandig naamwoord
      • five periodicals make up the core of their publishing program1
    • nucleus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • core group [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the nucleus
    – the positively charged dense center of an atom 1
    the nucleus
    – the positively charged dense center of an atom 1
    • nucleus [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. the nucleus
    – (astronomy) the center of the head of a comet; consists of small solid particles of ice and frozen gas that vaporizes on approaching the sun to form the coma and tail 1
    the nucleus
    – (astronomy) the center of the head of a comet; consists of small solid particles of ice and frozen gas that vaporizes on approaching the sun to form the coma and tail 1
    • nucleus [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "nucleus":

  • nuclei

Alternatieve synoniemen voor "nucleus":


Verwante definities voor "nucleus":

  1. the central structure of the lens that is surrounded by the cortex1
  2. a part of the cell containing DNA and RNA and responsible for growth and reproduction1
  3. any histologically identifiable mass of neural cell bodies in the brain or spinal cord1
  4. a small group of indispensable persons or things1
  5. the positively charged dense center of an atom1
  6. (astronomy) the center of the head of a comet; consists of small solid particles of ice and frozen gas that vaporizes on approaching the sun to form the coma and tail1

Verwante synoniemen voor nucleus







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0206 seconde
Page rendered in 1.0 seconds