Engels

Uitgebreide synoniemen voor oddness in het Engels

oddness:

oddness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the oddness
    the peculiarity; the oddity; the singularity; the habit; the oddness; the heterogeneity; the strangeness
  2. the oddness
    the peculiarity; the strangeness; the oddness
  3. the oddness
    – eccentricity that is not easily explained 1
    the oddity; the oddness
    – eccentricity that is not easily explained 1
    • oddity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • oddness [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the oddness
    – the parity of odd numbers (not divisible by two) 1
    the oddness
    – the parity of odd numbers (not divisible by two) 1
    • oddness [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "oddness":


Alternatieve synoniemen voor "oddness":


Verwante definities voor "oddness":

  1. eccentricity that is not easily explained1
  2. the parity of odd numbers (not divisible by two)1

oddness vorm van odd:

odd bijvoeglijk naamwoord

  1. odd
    different; odd
  2. odd
    odd
    • odd bijvoeglijk naamwoord
  3. odd
    strange; extraordinary; rare; prodigious; seldom; rarely; uncommon; odd; phenomenal; unique; funny; hardly ever; little
  4. odd
    strange; odd; atypical
  5. odd
    eccentric; idiosyncratic; peculiar; unusual; exceptional; bizarre; noteworthy; curious; odd; freak; different
  6. odd
    crazy; insane; ridiculous; daft; stupid; foolish; silly; mad; odd; idiotic; funny
    • crazy bijvoeglijk naamwoord
    • insane bijvoeglijk naamwoord
    • ridiculous bijvoeglijk naamwoord
    • daft bijvoeglijk naamwoord
    • stupid bijvoeglijk naamwoord
    • foolish bijvoeglijk naamwoord
    • silly bijvoeglijk naamwoord
    • mad bijvoeglijk naamwoord
    • odd bijvoeglijk naamwoord
    • idiotic bijvoeglijk naamwoord
    • funny bijvoeglijk naamwoord
  7. odd
    peculiar; curious; strange; odd; queer
  8. odd
    weird; ridiculous; muzzy; foolish; odd; silly; insane; mixed up; daft; crazy; funny; idiotic; stupid; mad
    • weird bijvoeglijk naamwoord
    • ridiculous bijvoeglijk naamwoord
    • muzzy bijvoeglijk naamwoord
    • foolish bijvoeglijk naamwoord
    • odd bijvoeglijk naamwoord
    • silly bijvoeglijk naamwoord
    • insane bijvoeglijk naamwoord
    • mixed up bijvoeglijk naamwoord
    • daft bijvoeglijk naamwoord
    • crazy bijvoeglijk naamwoord
    • funny bijvoeglijk naamwoord
    • idiotic bijvoeglijk naamwoord
    • stupid bijvoeglijk naamwoord
    • mad bijvoeglijk naamwoord
  9. odd
    queer; foreign; strange; outlandish; odd; alien; exotic; funny
  10. odd
    – not easily explained 1
    odd
    – not easily explained 1
    • odd bijvoeglijk naamwoord
      • it is odd that his name is never mentioned1
  11. odd
    – not divisible by two 1
    odd; uneven
    – not divisible by two 1
    • odd bijvoeglijk naamwoord
    • uneven bijvoeglijk naamwoord
  12. odd
    – an indefinite quantity more than that specified 1
    odd
    – an indefinite quantity more than that specified 1
    • odd bijvoeglijk naamwoord
      • invited 30-odd guests1
  13. odd
    – not used up 1
    odd; left; remaining; left over; leftover; unexpended
    – not used up 1
    • odd bijvoeglijk naamwoord
      • some odd dollars left1
    • left bijvoeglijk naamwoord
      • some odd dollars left1
    • remaining bijvoeglijk naamwoord
      • saved the remaining sandwiches for supper1
    • left over bijvoeglijk naamwoord
      • she had a little money left over so she went to a movie1
    • leftover bijvoeglijk naamwoord
      • leftover meatloaf1
    • unexpended bijvoeglijk naamwoord
      • unexpended provisions1
  14. odd
    – beyond or deviating from the usual or expected 1
    odd; curious; peculiar; queer; funny; singular; rum; rummy
    – beyond or deviating from the usual or expected 1
    • odd bijvoeglijk naamwoord
      • had an odd name1
    • curious bijvoeglijk naamwoord
      • a curious hybrid accent1
    • peculiar bijvoeglijk naamwoord
      • the peculiar aromatic odor of cloves1
    • queer bijvoeglijk naamwoord
      • something definitely queer about this town1
    • funny bijvoeglijk naamwoord
      • her speech has a funny twang1
      • they have some funny ideas about war1
    • singular bijvoeglijk naamwoord
      • singular behavior1
    • rum bijvoeglijk naamwoord
      • what a rum fellow1
    • rummy bijvoeglijk naamwoord
  15. odd
    – of the remaining member of a pair, of socks e.g. 1
    odd; unmatched; unmated; unpaired
    – of the remaining member of a pair, of socks e.g. 1

Verwante woorden van "odd":


Alternatieve synoniemen voor "odd":


Antoniemen van "odd":


Verwante definities voor "odd":

  1. not easily explained1
    • it is odd that his name is never mentioned1
  2. not divisible by two1
  3. an indefinite quantity more than that specified1
    • invited 30-odd guests1
  4. not used up1
    • some odd dollars left1
  5. beyond or deviating from the usual or expected1
    • had an odd name1
  6. of the remaining member of a pair, of socks e.g.1