Engels

Uitgebreide synoniemen voor period of time in het Engels

period of time:

period of time [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the period of time
    the term; the period of time; the period; the space of time; the time; the space
    • term [the ~] zelfstandig naamwoord
    • period of time [the ~] zelfstandig naamwoord
    • period [the ~] zelfstandig naamwoord
    • space of time [the ~] zelfstandig naamwoord
    • time [the ~] zelfstandig naamwoord
    • space [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the period of time
    the little while; the period of time; the space of time
  3. the period of time
    the period of time
  4. the period of time
    the period; the period of time; the space of time; the time
  5. the period of time
    – an amount of time 1
    the period; the period of time; the time period
    – an amount of time 1
    • period [the ~] zelfstandig naamwoord
      • Picasso's blue period1
    • period of time [the ~] zelfstandig naamwoord
      • hastened the period of time of his recovery1
    • time period [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a time period of 30 years1

period of time

  1. period of time
    the year
    – a period of time containing 365 (or 366) days 1
    • year [the ~] zelfstandig naamwoord
      • she is 4 years old1
      • in the year 19201

period of time

  1. period of time

Alternatieve synoniemen voor "period of time":


Verwante definities voor "period of time":

  1. an amount of time1
    • hastened the period of time of his recovery1

Verwante synoniemen voor period of time