Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal portions

Synoniemen voor "portions" in het Engels

Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. portions:
  2. portion:

Engels

Uitgebreide synoniemen voor portions in het Engels

portions:

portions [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the portions
    the shares; the pieces; the segments; the parts; the portions
    • shares [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pieces [the ~] zelfstandig naamwoord
    • segments [the ~] zelfstandig naamwoord
    • parts [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portions [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "portions":


portions vorm van portion:

portion [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the portion
    the portion; the share; the part
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • share [the ~] zelfstandig naamwoord
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the portion
    the elementary component; the part; the element; the section; the segment; the ingredient; the parliamentary party; the share; the fundamental ingredient; the portion; the principle ingredient
  3. the portion
    the piece; the part; the section; the segment; the portion
    • piece [the ~] zelfstandig naamwoord
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
    • section [the ~] zelfstandig naamwoord
    • segment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the portion
    the contribution; the membership-fee; the input; the brought-in capital; the portion
  5. the portion
    the segment; the part; the share; the section; the piece; the portion; the board
    • segment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
    • share [the ~] zelfstandig naamwoord
    • section [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piece [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • board [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the portion
    the inheritance; the heritage; the legacy; the yard; the bequest; the portion
    • inheritance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heritage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • legacy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • yard [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bequest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the portion
    the segment; the section; the part; the portion
    • segment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • section [the ~] zelfstandig naamwoord
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. the portion
    – the allotment of some amount by dividing something 1
    the share; the parcel; the portion
    – the allotment of some amount by dividing something 1
    • share [the ~] zelfstandig naamwoord
      • death gets more than its share of attention from theologians1
    • parcel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. the portion
    – something less than the whole of a human artifact 1
    the part; the portion
    – something less than the whole of a human artifact 1
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the rear part of the house1
      • glue the two parts together1
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
  10. the portion
    – an individual quantity of food or drink taken as part of a meal 1
    the portion; the serving; the helping
    – an individual quantity of food or drink taken as part of a meal 1
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
      • his portion was larger than hers1
    • serving [the ~] zelfstandig naamwoord
      • there's enough for two servings each1
    • helping [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the helpings were all small1
  11. the portion
    – money or property brought by a woman to her husband at marriage 1
    the portion; the dowry; the dower; the dowery
    – money or property brought by a woman to her husband at marriage 1
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dowry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dower [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dowery [the ~] zelfstandig naamwoord
  12. the portion
    – assets belonging to or due to or contributed by an individual person or group 1
    the share; the part; the portion; the percentage
    – assets belonging to or due to or contributed by an individual person or group 1
    • share [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he wanted his share in cash1
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • percentage [the ~] zelfstandig naamwoord
  13. the portion
    – something determined in relation to something that includes it 1
    the part; the constituent; the portion; the component; the component part
    – something determined in relation to something that includes it 1
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he wanted to feel a part of something bigger than himself1
    • constituent [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the animal constituent of plankton1
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
      • I read a portion of the manuscript1
    • component [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the smaller component is hard to reach1
    • component part [the ~] zelfstandig naamwoord
  14. the portion
    – your overall circumstances or condition in life (including everything that happens to you) 1
    the fate; the lot; the destiny; the circumstances; the fortune; the luck; the portion
    – your overall circumstances or condition in life (including everything that happens to you) 1
    • fate [the ~] zelfstandig naamwoord
      • deserved a better fate1
    • lot [the ~] zelfstandig naamwoord
      • has a happy lot1
    • destiny [the ~] zelfstandig naamwoord
    • circumstances [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a victim of circumstances1
    • fortune [the ~] zelfstandig naamwoord
      • whatever my fortune may be1
    • luck [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the luck of the Irish1
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
      • success that was her portion1

portion

  1. portion
    cut; section; segment; slice; portion

portion werkwoord

  1. portion
    – give out 1
    to assign; to allot; portion
    – give out 1
    • assign werkwoord (assigns, assigned, assigning)
      • We were assigned new uniforms1
    • allot werkwoord (allots, alloted, alloting)
    • portion werkwoord

Verwante woorden van "portion":


Alternatieve synoniemen voor "portion":


Verwante definities voor "portion":

  1. the allotment of some amount by dividing something1
  2. something less than the whole of a human artifact1
  3. an individual quantity of food or drink taken as part of a meal1
    • his portion was larger than hers1
  4. money or property brought by a woman to her husband at marriage1
  5. assets belonging to or due to or contributed by an individual person or group1
  6. something determined in relation to something that includes it1
    • I read a portion of the manuscript1
  7. your overall circumstances or condition in life (including everything that happens to you)1
    • success that was her portion1
  8. give out1







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0356 seconde
Page rendered in 1.0 seconds