Engels

Uitgebreide synoniemen voor quirk in het Engels

quirk:

quirk [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the quirk
    the quirk; the caprice; the whim; the mood; the spur of the moment; the fancy
    • quirk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • caprice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • whim [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mood [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spur of the moment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fancy [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the quirk
    the nervous tremor; the tic; the quirk
    • nervous tremor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tic [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quirk [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the quirk
    the quirk; the twitch; the nervous spasm; the nervous tremor; the tic
  4. the quirk
    – a narrow groove beside a beading 1
    the quirk
    – a narrow groove beside a beading 1
    • quirk [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the quirk
    – a strange attitude or habit 1
    the quirk; the oddity; the crotchet; the queerness; the quirkiness
    – a strange attitude or habit 1
    • quirk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • oddity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crotchet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • queerness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quirkiness [the ~] zelfstandig naamwoord

quirk werkwoord

  1. quirk
    – twist or curve abruptly 1
    quirk
    – twist or curve abruptly 1
    • quirk werkwoord
      • She quirked her head in a peculiar way1

Verwante woorden van "quirk":

  • quirks

Alternatieve synoniemen voor "quirk":


Verwante definities voor "quirk":

  1. a narrow groove beside a beading1
  2. a strange attitude or habit1
  3. twist or curve abruptly1
    • She quirked her head in a peculiar way1

Verwante synoniemen voor quirk