Engels

Uitgebreide synoniemen voor refuge in het Engels

refuge:

refuge [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the refuge
    the refuge
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the refuge
    the refuge; the asylum; the shelter; the retreat
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • asylum [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shelter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • retreat [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the refuge
    the refuge; the underground shelter; the shelter; the port of distress; the asylum; the hiding place; the lurking-place; the free port; the safety zone; the haven of refuge; the port of refuge
  4. the refuge
    the refuge; the shelter
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shelter [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the refuge
    the shelter; the asylum; the refuge; the safety zone; the retreat
    • shelter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • asylum [the ~] zelfstandig naamwoord
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • safety zone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • retreat [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the refuge
    the refuge; the haven; the pause
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • haven [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pause [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the refuge
    the refuge; the shelter; the asylum
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shelter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • asylum [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. the refuge
    the traffic refuge; the refuge
  9. the refuge
    the shelter; the refuge; the hiding place; the lurking-place
  10. the refuge
    – act of turning to for assistance 1
    the recourse; the refuge; the resort
    – act of turning to for assistance 1
    • recourse [the ~] zelfstandig naamwoord
      • have recourse to the courts1
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • resort [the ~] zelfstandig naamwoord
      • an appeal to his uncle was his last resort1
  11. the refuge
    – a shelter from danger or hardship 1
    the sanctuary; the refuge; the asylum
    – a shelter from danger or hardship 1
    • sanctuary [the ~] zelfstandig naamwoord
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • asylum [the ~] zelfstandig naamwoord
  12. the refuge
    – something or someone turned to for assistance or security 1
    the recourse; the refuge; the resort
    – something or someone turned to for assistance or security 1
    • recourse [the ~] zelfstandig naamwoord
      • his only recourse was the police1
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
      • took refuge in lying1
    • resort [the ~] zelfstandig naamwoord
  13. the refuge
    – a safe place 1
    the refuge; the safety
    – a safe place 1
    • refuge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • safety [the ~] zelfstandig naamwoord
      • He ran to safety1

refuge werkwoord

  1. refuge
    to shelter; refuge; to hide
    • shelter werkwoord (shelters, sheltered, sheltering)
    • refuge werkwoord
    • hide werkwoord (hides, hid, hiding)

Verwante woorden van "refuge":


Alternatieve synoniemen voor "refuge":


Verwante definities voor "refuge":

  1. act of turning to for assistance1
  2. a shelter from danger or hardship1
  3. something or someone turned to for assistance or security1
    • took refuge in lying1
  4. a safe place1

Verwante synoniemen voor refuge