Engels

Uitgebreide synoniemen voor revival in het Engels

revival:

revival [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the revival
    the repeat; the reprise; the revival; the reprize
    • repeat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reprise [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • revival [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reprize [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. the revival
    the revival; the pickup; the recovery
    • revival [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pickup [the ~] zelfstandig naamwoord
    • recovery [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the revival
    the renaissance; the revival; the rebirth; the reincarnation
  4. the revival
    the resurgence; the renascence; the revival; the comeback; the rebirth
  5. the revival
    – bringing again into activity and prominence 1
    the revival; the resurgence; the revitalization; the revivification; the revitalisation
    – bringing again into activity and prominence 1
    • revival [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the revival of trade1
      • a revival of a neglected play by Moliere1
      • the Gothic revival in architecture1
    • resurgence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • revitalization [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • revivification [the ~] zelfstandig naamwoord
    • revitalisation [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
  6. the revival
    – an evangelistic meeting intended to reawaken interest in religion 1
    the revival; the revival meeting
    – an evangelistic meeting intended to reawaken interest in religion 1

Verwante woorden van "revival":

  • revivals

Alternatieve synoniemen voor "revival":


Verwante definities voor "revival":

  1. bringing again into activity and prominence1
    • the revival of trade1
    • a revival of a neglected play by Moliere1
    • the Gothic revival in architecture1
  2. an evangelistic meeting intended to reawaken interest in religion1

Verwante synoniemen voor revival