Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. scars:
  2. scar:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor scars in het Engels

scars:

scars [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the scars
    the scars; the marks
    • scars [the ~] zelfstandig naamwoord
    • marks [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "scars":


scars vorm van scar:

scar [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the scar
    – a mark left (usually on the skin) by the healing of injured tissue 1
    the scar; the cicatrice
    – a mark left (usually on the skin) by the healing of injured tissue 1
    • scar [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cicatrice [the ~] zelfstandig naamwoord
    the mark
    • mark [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the scar
    – a mark left (usually on the skin) by the healing of injured tissue 1
    the scar; the cicatrice; the cicatrix
    – a mark left (usually on the skin) by the healing of injured tissue 1
    • scar [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cicatrice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cicatrix [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the scar
    – an indication of damage 1
    the mark; the scratch; the scar; the scrape
    – an indication of damage 1
    • mark [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scratch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scar [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scrape [the ~] zelfstandig naamwoord

scar

  1. scar

scar werkwoord

  1. scar
    – mark with a scar 1
    to mark; pit; scar; pock
    – mark with a scar 1
    • mark werkwoord (marks, marked, marking)
    • pit werkwoord
    • scar werkwoord
      • The skin disease scarred his face permanently1
    • pock werkwoord

Verwante woorden van "scar":


Alternatieve synoniemen voor "scar":


Verwante definities voor "scar":

  1. an indication of damage1
  2. a mark left (usually on the skin) by the healing of injured tissue1
  3. mark with a scar1
    • The skin disease scarred his face permanently1