Engels

Uitgebreide synoniemen voor sissy in het Engels

sissy:

sissy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sissy
    the faggot; the sissy; the queer; the gay; the fagot
    • faggot [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • sissy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • queer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gay [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fagot [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. the sissy
    – a timid man or boy considered childish or unassertive 1
    the sissy; the pansy; the milksop; the Milquetoast; the pantywaist
    – a timid man or boy considered childish or unassertive 1
    • sissy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pansy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • milksop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • Milquetoast [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pantywaist [the ~] zelfstandig naamwoord

sissy bijvoeglijk naamwoord

  1. sissy
    pansy; gay; homosexual; queer; sissy
    • pansy bijvoeglijk naamwoord
    • gay bijvoeglijk naamwoord
    • homosexual bijvoeglijk naamwoord
    • queer bijvoeglijk naamwoord
    • sissy bijvoeglijk naamwoord
  2. sissy
    – having unsuitable feminine qualities 1
    sissy; effeminate; emasculate; sissified; cissy; sissyish; epicene
    – having unsuitable feminine qualities 1

sissy

  1. sissy

Verwante woorden van "sissy":

  • sissies, sissier, sissiest

Alternatieve synoniemen voor "sissy":


Verwante definities voor "sissy":

  1. having unsuitable feminine qualities1
  2. a timid man or boy considered childish or unassertive1