Engels

Uitgebreide synoniemen voor stinginess in het Engels

stinginess:

stinginess [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the stinginess
    the stinginess; the meanness; the miserliness
  2. the stinginess
    the tenacity; the stinginess; the avarice; the miserliness; the niggardliness
  3. the stinginess
    the stinginess
  4. the stinginess
    – a lack of generosity; a general unwillingness to part with money 1
    the stinginess
    – a lack of generosity; a general unwillingness to part with money 1

Verwante woorden van "stinginess":


Alternatieve synoniemen voor "stinginess":


Antoniemen van "stinginess":


Verwante definities voor "stinginess":

  1. a lack of generosity; a general unwillingness to part with money1

stinginess vorm van stingy:

stingy bijvoeglijk naamwoord

  1. stingy
    avaricious; stingy; miserly; niggardly
  2. stingy
    false; fictitious; faked; feigned; sham; stingy; not genuine; bogus; mean
  3. stingy
    despicable; scornful; niggardly; mean; false; stingy
  4. stingy
    – deficient in amount or quality or extent 1
    stingy; meagre; meagerly; meagrely; meager; scrimpy
    – deficient in amount or quality or extent 1
    • stingy bijvoeglijk naamwoord
    • meagre bijvoeglijk naamwoord, Brits
    • meagerly bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
    • meagrely bijvoeglijk naamwoord, Brits
    • meager bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
      • meager resources1
      • meager fare1
    • scrimpy bijvoeglijk naamwoord
  5. stingy
    – unwilling to spend 1
    stingy; ungenerous
    – unwilling to spend 1
    • stingy bijvoeglijk naamwoord
      • she practices economy without being stingy1
    • ungenerous bijvoeglijk naamwoord
      • an ungenerous response to the appeal for funds1

Verwante woorden van "stingy":


Alternatieve synoniemen voor "stingy":


Antoniemen van "stingy":


Verwante definities voor "stingy":

  1. deficient in amount or quality or extent1
  2. unwilling to spend1
    • she practices economy without being stingy1