Engels

Uitgebreide synoniemen voor tranquility in het Engels

tranquility:

tranquility [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

  1. the tranquility
    the tranquillity; the calmness; the quietness; the tranquility
  2. the tranquility
    – a disposition free from stress or emotion 1
    the quiet; the serenity; the repose; the tranquillity; the tranquility; the placidity
    – a disposition free from stress or emotion 1
    • quiet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • serenity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • repose [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tranquillity [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • tranquility [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • placidity [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the tranquility
    – a state of peace and quiet 1
    the tranquillity; the quietness; the tranquility; the quietude
    – a state of peace and quiet 1
  4. the tranquility
    – an untroubled state; free from disturbances 1
    the quiet; the tranquillity; the tranquility
    – an untroubled state; free from disturbances 1
    • quiet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tranquillity [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • tranquility [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

tranquility Amerikaans

  1. tranquility

Alternatieve synoniemen voor "tranquility":


Verwante definities voor "tranquility":

  1. a disposition free from stress or emotion1
  2. a state of peace and quiet1
  3. an untroubled state; free from disturbances1

Verwante synoniemen voor tranquility