Engels

Uitgebreide synoniemen voor troika in het Engels

troika:

troika [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the troika
    the troika
    • troika [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the troika
    – a Russian carriage pulled by three horses abreast 1
    the troika
    – a Russian carriage pulled by three horses abreast 1
    • troika [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the troika
    – a modern Russian triumvirate 1
    the troika
    – a modern Russian triumvirate 1
    • troika [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the troika
    – the cardinal number that is the sum of one and one and one 1
    the three; the leash; the triad; the trio; the troika; the 3; the trine; the threesome; the III; the trinity; the tierce; the ternary
    – the cardinal number that is the sum of one and one and one 1
    • three [the ~] zelfstandig naamwoord
    • leash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • triad [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trio [the ~] zelfstandig naamwoord
    • troika [the ~] zelfstandig naamwoord
    • 3 [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trine [the ~] zelfstandig naamwoord
    • threesome [the ~] zelfstandig naamwoord
    • III [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trinity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tierce [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ternary [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "troika":

  • troikas

Alternatieve synoniemen voor "troika":


Verwante definities voor "troika":

  1. a Russian carriage pulled by three horses abreast1
  2. a modern Russian triumvirate1
  3. the cardinal number that is the sum of one and one and one1