Engels

Uitgebreide synoniemen voor troupe in het Engels

troupe:

troupe [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the troupe
    – organization of performers and associated personnel (especially theatrical) 1
    the theatre group; the theatre company; the theatrical company
    the troupe
    – organization of performers and associated personnel (especially theatrical) 1
    • troupe [the ~] zelfstandig naamwoord
    the ensemble
    – a cast other than the principals 1
    • ensemble [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the troupe
    – organization of performers and associated personnel (especially theatrical) 1
    the company; the troupe
    – organization of performers and associated personnel (especially theatrical) 1
    • company [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the traveling company all stayed at the same hotel1
    • troupe [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the troupe
    the crowd; the herd; the clutter; the bunch; the troop; the wattle; the lot; the heap; the gang; the troupe; the load; the party; the pack
    • crowd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • herd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clutter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bunch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • troop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wattle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gang [the ~] zelfstandig naamwoord
    • troupe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • load [the ~] zelfstandig naamwoord
    • party [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pack [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "troupe":

  • troupes

Alternatieve synoniemen voor "troupe":


Verwante definities voor "troupe":

  1. organization of performers and associated personnel (especially theatrical)1