Engels
Uitgebreide synoniemen voor two-faced in het Engels
two-faced:
two-faced bijvoeglijk naamwoord
-
two-faced
– having two faces--one looking to the future and one to the past 1two-faced; Janus-faced– having two faces--one looking to the future and one to the past 1-
two-faced bijvoeglijk naamwoord
-
Janus-faced bijvoeglijk naamwoord
-
-
two-faced
– marked by deliberate deceptiveness especially by pretending one set of feelings and acting under the influence of another 1deceitful; double-tongued; duplicitous; ambidextrous; double-dealing; two-faced; double-faced; Janus-faced– marked by deliberate deceptiveness especially by pretending one set of feelings and acting under the influence of another 1-
deceitful bijvoeglijk naamwoord
-
double-tongued bijvoeglijk naamwoord
-
duplicitous bijvoeglijk naamwoord
-
ambidextrous bijvoeglijk naamwoord
-
double-dealing bijvoeglijk naamwoord
-
two-faced bijvoeglijk naamwoord
-
double-faced bijvoeglijk naamwoord
-
Janus-faced bijvoeglijk naamwoord
-