Engelse synoniemen van vicar, ander woord voor vicar

Overzicht

Engels Synoniemen: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide synoniemen voor vicar in het Engels

the vicar
the preacher; the vicar; the minister
- preacher [the ~] zelfstandig naamwoord
- vicar [the ~] zelfstandig naamwoord
- minister [the ~] zelfstandig naamwoord
the vicar
the minister; the preacher; the pastor; the vicar; the clergyman
- minister [the ~] zelfstandig naamwoord
- preacher [the ~] zelfstandig naamwoord
- pastor [the ~] zelfstandig naamwoord
- vicar [the ~] zelfstandig naamwoord
- clergyman [the ~] zelfstandig naamwoord
the vicar

– a Roman Catholic priest who acts for another higher-ranking clergyman ¹
the vicar
– a Roman Catholic priest who acts for another higher-ranking clergyman ¹
- vicar [the ~] zelfstandig naamwoord
the vicar

– (Church of England) a clergyman appointed to act as priest of a parish ¹
the vicar
– (Church of England) a clergyman appointed to act as priest of a parish ¹
- vicar [the ~] zelfstandig naamwoord
the vicar

– (Episcopal Church) a clergyman in charge of a chapel ¹
the vicar
– (Episcopal Church) a clergyman in charge of a chapel ¹
- vicar [the ~] zelfstandig naamwoord