Engelse synoniemen van willingness, ander woord voor willingness

Remove Ads

Overzicht

Engels Synoniemen: Meer gegevens...

willingness:
- willingness; readiness; helpfulness; affability; benevolence; act of courtesy; kindness; willingness to help; readiness to help; preparedness
willing:
- willing; submissive; compliant; complaisant; tolerant; accommodating; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready; lenient; readiness; benevolent; sympathetic; obedient; docile; cooperative; uncoerced; unforced
- willing; volition

Engels

Uitgebreide synoniemen voor willingness in het Engels

willingness:

willingness [the ~] zelfstandig naamwoord

the willingness
the willingness; the readiness; the helpfulness
- willingness [the ~] zelfstandig naamwoord
- readiness [the ~] zelfstandig naamwoord
- helpfulness [the ~] zelfstandig naamwoord
the willingness
the willingness; the affability; the benevolence; the act of courtesy; the kindness
- willingness [the ~] zelfstandig naamwoord
- affability [the ~] zelfstandig naamwoord
- benevolence [the ~] zelfstandig naamwoord
- act of courtesy [the ~] zelfstandig naamwoord
- kindness [the ~] zelfstandig naamwoord
the willingness
the helpfulness; the willingness to help; the willingness; the readiness to help
- helpfulness [the ~] zelfstandig naamwoord
- willingness to help [the ~] zelfstandig naamwoord
- willingness [the ~] zelfstandig naamwoord
- readiness to help [the ~] zelfstandig naamwoord
the willingness
the willingness
- willingness [the ~] zelfstandig naamwoord
the willingness
the preparedness; the willingness; the readiness
- preparedness [the ~] zelfstandig naamwoord
- willingness [the ~] zelfstandig naamwoord
- readiness [the ~] zelfstandig naamwoord
the willingness

– cheerful compliance ¹
the willingness
– cheerful compliance ¹
- willingness [the ~] zelfstandig naamwoord
  - he expressed his willingness to help¹

Verwante definities voor "willingness":

cheerful compliance¹
- he expressed his willingness to help¹

willingness vorm van willing:

willing bijvoeglijk naamwoord

willing
willing
- willing bijvoeglijk naamwoord
willing
submissive; compliant; complaisant; tolerant; willing; accommodating; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready
- submissive bijvoeglijk naamwoord
- compliant bijvoeglijk naamwoord
- complaisant bijvoeglijk naamwoord
- tolerant bijvoeglijk naamwoord
- willing bijvoeglijk naamwoord
- accommodating bijvoeglijk naamwoord
- pliable bijvoeglijk naamwoord
- servient bijvoeglijk naamwoord
- yielding bijvoeglijk naamwoord
- obliging bijvoeglijk naamwoord
- tractable bijvoeglijk naamwoord
- flexible bijvoeglijk naamwoord
- simple to operate bijvoeglijk naamwoord
- ready bijvoeglijk naamwoord
willing
lenient; willing; obliging; readiness; ready
- lenient bijvoeglijk naamwoord
- willing bijvoeglijk naamwoord
- obliging bijvoeglijk naamwoord
- readiness bijvoeglijk naamwoord
- ready bijvoeglijk naamwoord
willing
willing; ready
- willing bijvoeglijk naamwoord
- ready bijvoeglijk naamwoord
willing
benevolent; willing; sympathetic
- benevolent bijvoeglijk naamwoord
- willing bijvoeglijk naamwoord
- sympathetic bijvoeglijk naamwoord
willing
obedient; submissive; docile; servient; willing; cooperative; tractable
- obedient bijvoeglijk naamwoord
- submissive bijvoeglijk naamwoord
- docile bijvoeglijk naamwoord
- servient bijvoeglijk naamwoord
- willing bijvoeglijk naamwoord
- cooperative bijvoeglijk naamwoord
- tractable bijvoeglijk naamwoord
willing
willing; sympathetic
- willing bijvoeglijk naamwoord
- sympathetic bijvoeglijk naamwoord
willing
servient; obliging; tractable; willing
- servient bijvoeglijk naamwoord
- obliging bijvoeglijk naamwoord
- tractable bijvoeglijk naamwoord
- willing bijvoeglijk naamwoord
willing

– not brought about by coercion or force ¹
willing; uncoerced; unforced
– not brought about by coercion or force ¹
- willing bijvoeglijk naamwoord
- uncoerced bijvoeglijk naamwoord
  - the confession was uncoerced¹
- unforced bijvoeglijk naamwoord
willing

– disposed or inclined toward ¹
willing
– disposed or inclined toward ¹
- willing bijvoeglijk naamwoord
  - a willing participant¹
  - willing helpers¹

willing [the ~] zelfstandig naamwoord

the willing

– the act of making a choice ¹
the willing; the volition
– the act of making a choice ¹
- willing [the ~] zelfstandig naamwoord
- volition [the ~] zelfstandig naamwoord
  - followed my father of my own volition¹

Verwante woorden van "willing":

unwilling, willingness, willingest, willingly

Alternatieve synoniemen voor "willing":

consenting; disposed; fain; inclined; prepared; glad; happy; ready; volitional; willing and able; compliant; voluntary
uncoerced; unforced; voluntary
volition; choice; selection; option; pick

Antoniemen van "willing":

unwilling

Verwante definities voor "willing":

not brought about by coercion or force¹
disposed or inclined toward¹
- a willing participant¹
- willing helpers¹
the act of making a choice¹

Verwante synoniemen voor willingness

Remove Ads

Synoniemen voor "willingness" in het Engels

Uitgebreide synoniemen voor willingness in het Engels

willingness:

willingness [the ~] zelfstandig naamwoord

the willingness

the willingness

the willingness

the willingness

the willingness

the willingness

Verwante woorden van "willingness":

Alternatieve synoniemen voor "willingness":

Antoniemen van "willingness":

Verwante definities voor "willingness":

willingness vorm van willing:

willing bijvoeglijk naamwoord

willing

willing

willing

willing

willing

willing

willing

willing

willing

willing

willing [the ~] zelfstandig naamwoord

the willing

Verwante woorden van "willing":

Alternatieve synoniemen voor "willing":

Antoniemen van "willing":

Verwante definities voor "willing":

Verwante synoniemen voor willingness