Engels

Uitgebreide synoniemen voor wrist in het Engels

wrist:

wrist [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wrist
    the wrist
    • wrist [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the wrist
    – a joint between the distal end of the radius and the proximal row of carpal bones 1
    the wrist; the carpus; the radiocarpal joint; the articulatio radiocarpea; the wrist joint
    – a joint between the distal end of the radius and the proximal row of carpal bones 1

Verwante woorden van "wrist":

  • wrists

Alternatieve synoniemen voor "wrist":


Verwante definities voor "wrist":

  1. a joint between the distal end of the radius and the proximal row of carpal bones1

Verwante synoniemen voor wrist