Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- faded:
- fade:
- fad:
-
Wiktionary:
- faded → pálido
- fade → desteñirse, empalidecer, palidecer, marchitar, marchitarse
- fad → moda
- fad → moda
Engels
Uitgebreide vertaling voor faded (Engels) in het Spaans
faded:
-
faded (wilted; withered)
-
faded (faint; pale; sallow; bland; washed out; dim; lurid)
soso; flojo; vago; agotado; débil; blanco; lejano; pálido; gris; tenue; pardo; canoso; gastado; lívido; caduco; difuso; desgastado; mustio; enfermizo; lánguido; desteñido; deslucido; plomizo; incoloro; descolorido; manoseado; sin color; desmudado-
soso bijvoeglijk naamwoord
-
flojo bijvoeglijk naamwoord
-
vago bijvoeglijk naamwoord
-
agotado bijvoeglijk naamwoord
-
débil bijvoeglijk naamwoord
-
blanco bijvoeglijk naamwoord
-
lejano bijvoeglijk naamwoord
-
pálido bijvoeglijk naamwoord
-
gris bijvoeglijk naamwoord
-
tenue bijvoeglijk naamwoord
-
pardo bijvoeglijk naamwoord
-
canoso bijvoeglijk naamwoord
-
gastado bijvoeglijk naamwoord
-
lívido bijvoeglijk naamwoord
-
caduco bijvoeglijk naamwoord
-
difuso bijvoeglijk naamwoord
-
desgastado bijvoeglijk naamwoord
-
mustio bijvoeglijk naamwoord
-
enfermizo bijvoeglijk naamwoord
-
lánguido bijvoeglijk naamwoord
-
desteñido bijvoeglijk naamwoord
-
deslucido bijvoeglijk naamwoord
-
plomizo bijvoeglijk naamwoord
-
incoloro bijvoeglijk naamwoord
-
descolorido bijvoeglijk naamwoord
-
manoseado bijvoeglijk naamwoord
-
sin color bijvoeglijk naamwoord
-
desmudado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor faded:
Verwante woorden van "faded":
Synoniemen voor "faded":
Verwante definities voor "faded":
faded vorm van fade:
-
to fade (tarnish; change color)
empalidecer; palidecer; ponerse pálido-
empalidecer werkwoord
-
palidecer werkwoord
-
ponerse pálido werkwoord
-
-
to fade (change color)
-
to fade (weaken; slacken)
Conjugations for fade:
present
- fade
- fade
- fades
- fade
- fade
- fade
simple past
- faded
- faded
- faded
- faded
- faded
- faded
present perfect
- have faded
- have faded
- has faded
- have faded
- have faded
- have faded
past continuous
- was fading
- were fading
- was fading
- were fading
- were fading
- were fading
future
- shall fade
- will fade
- will fade
- shall fade
- will fade
- will fade
continuous present
- am fading
- are fading
- is fading
- are fading
- are fading
- are fading
subjunctive
- be faded
- be faded
- be faded
- be faded
- be faded
- be faded
diverse
- fade!
- let's fade!
- faded
- fading
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the fade
– The period between the central, or sustain, portion of a effect and its end. 2
Vertaal Matrix voor fade:
Synoniemen voor "fade":
Verwante definities voor "fade":
Wiktionary: fade
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fade | → desteñirse; empalidecer; palidecer | ↔ verbleken — alle kleur verliezen |
• fade | → marchitar | ↔ abblühen — nicht mehr blühen |
• fade | → marchitarse | ↔ welken — übertragen, gehoben: vergehen, sterben, verschwinden |
fad:
Vertaal Matrix voor fad:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
manía | craze; fad; mania; rage | caprice; craze; exaggerated love; fancy; mania; mood; nervous tremor; quirk; rage; spur of the moment; tic; whim |
moda | craze; fad; mania; rage | craze; fashion; mania; rage; trend |
obsesión | craze; fad; mania; rage | craze; exaggerated love; fixation; fixed idea; hang-up; mania; obsession; passion; rage; zeal |
- | craze; cult; furor; furore; rage |