Engels

Uitgebreide vertaling voor peel (Engels) in het Spaans

peel:

peel [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the peel (rind; shell; skin)
    la piel; la cáscara
    • piel [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cáscara [la ~] zelfstandig naamwoord

to peel werkwoord (peels, peeled, peeling)

  1. to peel (skin; rind)
  2. to peel
    pelar; mondar
  3. to peel (skin)
  4. to peel (flake)

Conjugations for peel:

present
  1. peel
  2. peel
  3. peels
  4. peel
  5. peel
  6. peel
simple past
  1. peeled
  2. peeled
  3. peeled
  4. peeled
  5. peeled
  6. peeled
present perfect
  1. have peeled
  2. have peeled
  3. has peeled
  4. have peeled
  5. have peeled
  6. have peeled
past continuous
  1. was peeling
  2. were peeling
  3. was peeling
  4. were peeling
  5. were peeling
  6. were peeling
future
  1. shall peel
  2. will peel
  3. will peel
  4. shall peel
  5. will peel
  6. will peel
continuous present
  1. am peeling
  2. are peeling
  3. is peeling
  4. are peeling
  5. are peeling
  6. are peeling
subjunctive
  1. be peeled
  2. be peeled
  3. be peeled
  4. be peeled
  5. be peeled
  6. be peeled
diverse
  1. peel!
  2. let's peel!
  3. peeled
  4. peeling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor peel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cáscara peel; rind; shell; skin hull; husk; scallop; shell; wrapper
desconcharse peeling
pelar peeling
piel peel; rind; shell; skin coat; fur; fur boa; fur scarf; hide; pelt; shell; skin; wrapper
- skin
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descascarrillarse flake; peel
desconcharse flake; peel blister; flake; peel off; scale off
despellejarse peel; skin flake; peel off; scale off
mondar peel; rind; skin peel potatoes
mudar la piel peel; skin
pelar peel; rind; skin debark; flake; fleece; graze; peel off; peel potatoes; scale off; skin; strip
pelarse peel; skin
quitar la piel a peel; rind; skin
sacar la piel peel; rind; skin
- discase; disrobe; flake; flake off; pare; peel off; skin; strip; strip down; uncase; unclothe; undress

Verwante woorden van "peel":


Synoniemen voor "peel":


Antoniemen van "peel":


Verwante definities voor "peel":

  1. the rind of a fruit or vegetable1
  2. get undressed1
  3. come off in flakes or thin small pieces1
    • The paint in my house is peeling off1
  4. strip the skin off1

Wiktionary: peel

peel
verb
  1. to remove skin
noun
  1. skin of a fruit

Cross Translation:
FromToVia
peel despellejarse vervellen — oude huid afwerpen om daarmee nieuwe onderliggende huid bloot te stellen
peel piel Pellenorddeutsch, insbesondere auf Essware bezogen: die Schale von Obst, Gemüse, Eiern, die Hülle der Wurst und Ähnlichem; die Haut von gebratenem Fleisch und Fisch, auch: menschliche oder tierische Haut, Oberbekleidung
peel cáscara; piel Schale — eine feste Schutzhülle bei Frucht, Samen, Vogeleiern, Lebensmitteln
peel descascarillarse; desconcharse abblättern — (intransitiv) sich in dünnen Blättchen ablösen
peel hurtar; sustraer; descortezar; pelar; despojar; mondar; descubrir dépouiller — Traductions à trier suivant le sens
peel pelar peler — Enlever la peau
peel cáscara; piel; ralladura zeste — Partie mince de l’écorce
peel corteza écorce — Enveloppe de certains fruits

Peel:


Vertaal Matrix voor Peel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Robert Peel; Sir Robert Peel

Verwante definities voor "Peel":

  1. British politician (1788-1850)1

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van peel