Prank: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

prank:
- canallada; jugada; jugarreta; locura; broma; rasgo; brochazo; pincelada; comarca; cachondo; paraje; exceso; travesura; gamberrada; atrocidad; travesuras; diablura; diabluras; chiquillada; picardía; desafuero; tonteras; barrabasada; bribonada
Wiktionary:
- prank → travesura, broma, inocentada, jugarreta
- prank → travesura, farsa

Engels

Uitgebreide vertaling voor prank (Engels) in het Spaans

prank:

prank [the ~] zelfstandig naamwoord

the prank (trick)
la canallada; la jugada; la jugarreta; la locura
- canallada [la ~] zelfstandig naamwoord
- jugada [la ~] zelfstandig naamwoord
- jugarreta [la ~] zelfstandig naamwoord
- locura [la ~] zelfstandig naamwoord
the prank (joke; banter)
la broma; la locura; el rasgo; el brochazo; la pincelada; la comarca; el cachondo; el paraje
- broma [la ~] zelfstandig naamwoord
- locura [la ~] zelfstandig naamwoord
- rasgo [el ~] zelfstandig naamwoord
- brochazo [el ~] zelfstandig naamwoord
- pincelada [la ~] zelfstandig naamwoord
- comarca [la ~] zelfstandig naamwoord
- cachondo [el ~] zelfstandig naamwoord
- paraje [el ~] zelfstandig naamwoord
the prank (mischief; monkey trick; boyish prank; practical joke)
el exceso; la travesura; la gamberrada; la atrocidad; la travesuras; la diablura; la diabluras; la chiquillada; la picardía; el desafuero; la tonteras; la barrabasada; la bribonada
- exceso [el ~] zelfstandig naamwoord
- travesura [la ~] zelfstandig naamwoord
- gamberrada [la ~] zelfstandig naamwoord
- atrocidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- travesuras [la ~] zelfstandig naamwoord
- diablura [la ~] zelfstandig naamwoord
- diabluras [la ~] zelfstandig naamwoord
- chiquillada [la ~] zelfstandig naamwoord
- picardía [la ~] zelfstandig naamwoord
- desafuero [el ~] zelfstandig naamwoord
- tonteras [la ~] zelfstandig naamwoord
- barrabasada [la ~] zelfstandig naamwoord
- bribonada [la ~] zelfstandig naamwoord
the prank (roguish trick)
la bribonada
- bribonada [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor prank:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
atrocidad	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	abomination; atrocity; gruel; gruesome deed; heinous deed; horror; horrorplay
barrabasada	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank
bribonada	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank; roguish trick	foolishness; madness; stupidity
brochazo	banter; joke; prank
broma	banter; joke; prank	banter; comical story; droll story; drollery; farce; folly; foolishness; fun; high jinks; hilarity; idiocy; jest; joke; joking; joy; joyfulness; lunacy; madness; merriment; mirth; nonsense; pile-worm; pleasure; pun; silliness; waggishness; witticism; witty saying
cachondo	banter; joke; prank
canallada	prank; trick
chiquillada	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	impishness; mischief; roguishness
comarca	banter; joke; prank	area; canton; county; department; district; domain; dominion; part of the country; place; province; region; sphere; territory; zone
desafuero	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	hooliganism; rowdyism; street-vandalism; vandalism
diablura	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	boyish prank; monkey trick
diabluras	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	amusingness; boyish prank; comedy; drollery; mischievousness; monkey trick; waggishness
exceso	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	excess; excrescence; extravagance; exuberance; immoderateness; overflow; profusion; splurge; surplus; unlimitedness
gamberrada	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	nagging; teasing
jugada	prank; trick	chess move; move; move at chess; turn for service
jugarreta	prank; trick
locura	banter; joke; prank; trick	absurdity; banter; craziness; delirium; derangement; derangement of mind; ecstasy; folly; foolishness; frenzy; fun; high jinks; hilarity; hysteria; idiocy; inanity; incongruity; infatuation; insanity; joking; joy; joyfulness; lunacy; madness; mental derangement; mental disorder; mental disturbance; mental illness; merriment; mirth; nonsense; paradox; pleasure; shenanigan; silliness; silly trick; stupidity
paraje	banter; joke; prank	district; place; region
picardía	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	boyish prank; foolishness; impishness; madness; mischief; monkey trick; naughtiness; roguishness; stupidity
pincelada	banter; joke; prank	brush stroke; brushstroke; little present; little something; present; stroke; stroke of the brush
rasgo	banter; joke; prank	burst; character description; character profile; characterisation; characteristic; characterization; feature; gleam; little present; little something; present; quality; streak; tendency; tenor; trait; trend; waft; whiff
tonteras	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	babble; backbiting; backwardness; blah; boyish prank; bunkum; cackling; chatter; clanging; claptrap; defamation; gabble; gossip; jabber; jaw; monkey trick; mudslinging; prattle; preposterousness; retardation; rubbish; scandal; scandal-mongering; slander; slipslop; talk; talkee-talkee; talks; tittle-tattle; tolling; vilification; wishwash; yacking
travesura	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	boyish prank; impishness; mischief; monkey trick; naughtiness; roguishness
travesuras	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	amusingness; boyish prank; comedy; drollery; mischievousness; monkey trick; waggishness
-	antic; buffoonery; caper; clowning; frivolity; harlequinade; japery; joke; put-on; trick
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	practical joke
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cachondo		amusing; at rut; comic; cute; droll; funny; hilarious; horny; humorous; humourous; in heat; in season; lascivious; on heat; rutting; ruttish; salacious; waggish

Verwante woorden van "prank":

pranks

Synoniemen voor "prank":

buffoonery; clowning; japery; frivolity; harlequinade; folly; foolery; tomfoolery; craziness; lunacy; indulgence
antic; joke; trick; caper; put-on; diversion; recreation
decorate; adorn; grace; ornament; embellish; beautify
dress up; fig out; fig up; deck up; gussy up; fancy up; trick up; deck out; trick out; prink; attire; get up; rig out; tog up; tog out; overdress

Verwante definities voor "prank":

a ludicrous or grotesque act done for fun and amusement¹
acting like a clown or buffoon¹
dress up showily¹
- He pranked himself out in his best clothes¹
dress or decorate showily or gaudily¹
- Roses were pranking the lawn¹

Wiktionary: prank

prank

noun

practical joke or mischievous trick
- prank → travesura; broma; inocentada; jugarreta

Cross Translation:

From	To	Via
• prank	→ travesura	↔ Streich — Schabernack, einen Scherz mit jemandem machen
• prank	→ farsa	↔ farce — Tour joué à quelqu’un

Verwante vertalingen van prank

Remove Ads

Engelse en Spaanse zoekresultaten voor: prank

Uitgebreide vertaling voor prank (Engels) in het Spaans

prank:

prank [the ~] zelfstandig naamwoord

the prank (trick)

the prank (joke; banter)

the prank (mischief; monkey trick; boyish prank; practical joke)

the prank (roguish trick)

Vertaal Matrix voor prank:

Verwante woorden van "prank":

Synoniemen voor "prank":

Verwante definities voor "prank":

Wiktionary: prank

Verwante vertalingen van prank