Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
vague:
- vago; borroso; insulso; descolorido; indefinido; confuso; indeterminado; poco claro; sin restricciones; infinito; sin confines; sin limites; sin trabas; sin límites; sin limitaciones; libre; impreciso; inconmensurable; incalculable; sin obstáculos; indeciso; amortiguado; nebuloso; opaco; tenebroso; oscuro; siniestro; sospechoso; misterioso; sombrío; obscuro; tétrico; lóbrego; lanoso; poco fiable; sospechosamente; lanífero
- Wiktionary:
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
- vagar:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor vague (Engels) in het Spaans
vague:
-
vague (misty; unclear; undefinable; blurred; hazy; faint; dim)
vago; borroso; insulso; descolorido; indefinido; confuso-
vago bijvoeglijk naamwoord
-
borroso bijvoeglijk naamwoord
-
insulso bijvoeglijk naamwoord
-
descolorido bijvoeglijk naamwoord
-
indefinido bijvoeglijk naamwoord
-
confuso bijvoeglijk naamwoord
-
-
vague (vaguely)
indefinido; vago; indeterminado; poco claro; sin restricciones; infinito; sin confines; sin limites; sin trabas; sin límites; sin limitaciones; libre; confuso; impreciso; inconmensurable; incalculable; sin obstáculos-
indefinido bijvoeglijk naamwoord
-
vago bijvoeglijk naamwoord
-
indeterminado bijvoeglijk naamwoord
-
poco claro bijvoeglijk naamwoord
-
sin restricciones bijvoeglijk naamwoord
-
infinito bijvoeglijk naamwoord
-
sin confines bijvoeglijk naamwoord
-
sin limites bijvoeglijk naamwoord
-
sin trabas bijvoeglijk naamwoord
-
sin límites bijvoeglijk naamwoord
-
sin limitaciones bijvoeglijk naamwoord
-
libre bijvoeglijk naamwoord
-
confuso bijvoeglijk naamwoord
-
impreciso bijvoeglijk naamwoord
-
inconmensurable bijvoeglijk naamwoord
-
incalculable bijvoeglijk naamwoord
-
sin obstáculos bijvoeglijk naamwoord
-
-
vague (faint)
indefinido; vago; confuso; indeciso; amortiguado-
indefinido bijvoeglijk naamwoord
-
vago bijvoeglijk naamwoord
-
confuso bijvoeglijk naamwoord
-
indeciso bijvoeglijk naamwoord
-
amortiguado bijvoeglijk naamwoord
-
-
vague (hazy; blurred; muzzy; misty; filmy)
-
vague (indistinct; unclear; obscure)
vago; tenebroso; poco claro; oscuro; siniestro; sospechoso; confuso; opaco; misterioso; sombrío; obscuro; tétrico; lóbrego; lanoso; poco fiable; sospechosamente; lanífero-
vago bijvoeglijk naamwoord
-
tenebroso bijvoeglijk naamwoord
-
poco claro bijvoeglijk naamwoord
-
oscuro bijvoeglijk naamwoord
-
siniestro bijvoeglijk naamwoord
-
sospechoso bijvoeglijk naamwoord
-
confuso bijvoeglijk naamwoord
-
opaco bijvoeglijk naamwoord
-
misterioso bijvoeglijk naamwoord
-
sombrío bijvoeglijk naamwoord
-
obscuro bijvoeglijk naamwoord
-
tétrico bijvoeglijk naamwoord
-
lóbrego bijvoeglijk naamwoord
-
lanoso bijvoeglijk naamwoord
-
poco fiable bijvoeglijk naamwoord
-
sospechosamente bijvoeglijk naamwoord
-
lanífero bijvoeglijk naamwoord
-
-
vague (indeterminate)
vago; indefinido; indeterminado-
vago bijvoeglijk naamwoord
-
indefinido bijvoeglijk naamwoord
-
indeterminado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor vague:
Verwante woorden van "vague":
Synoniemen voor "vague":
Antoniemen van "vague":
Verwante definities voor "vague":
Wiktionary: vague
vague
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vague | → vago; borroso; confuso | ↔ vaag — iets wat niet duidelijk is, niet scherp omlijnen |
• vague | → vago | ↔ undeutlich — nicht exakt, nur vage |
• vague | → vago; impreciso; incierto | ↔ vage — schwer erkennbar oder vorstellbar, ungewiss |
• vague | → vago | ↔ vague — indéfini... (Sens général) |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van vague
Spaans
Uitgebreide vertaling voor vague (Spaans) in het Engels
vagar:
-
vagar (errar; deambular)
-
vagar (vagabundear; deambular; errar)
-
vagar (pasear; rodar; deambular; extraviarse; vagabundear)
-
vagar (curiosear; mirar a su alrededor; fisgar; recorrer con la mirada; husmear; vagabundear; vagabundear sin rumbo)
snoop; to wander; to nose about; to rove about; to search about; to look about; to roam about; poke about-
snoop werkwoord
-
poke about werkwoord
-
-
vagar (pasearse; pasear lentamente; deambular; callejear; hacer una parada; barzonear)
-
vagar (deambular; errar)
to wander about -
vagar (andar por ahí; pasear; circular; deambular; dar una vuelta)
-
vagar (vagabundear sin rumbo; vagabundear; ir sin rumbo)
Conjugations for vagar:
presente
- vago
- vagas
- vaga
- vagamos
- vagáis
- vagan
imperfecto
- vagaba
- vagabas
- vagaba
- vagábamos
- vagabais
- vagaban
indefinido
- vagué
- vagaste
- vagó
- vagamos
- vagasteis
- vagaron
fut. de ind.
- vagaré
- vagarás
- vagará
- vagaremos
- vagaréis
- vagarán
condic.
- vagaría
- vagarías
- vagaría
- vagaríamos
- vagaríais
- vagarían
pres. de subj.
- que vague
- que vagues
- que vague
- que vaguemos
- que vaguéis
- que vaguen
imp. de subj.
- que vagara
- que vagaras
- que vagara
- que vagáramos
- que vagarais
- que vagaran
miscelánea
- ¡vaga!
- ¡vagad!
- ¡no vagues!
- ¡no vaguéis!
- vagado
- vagando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor vagar:
Synoniemen voor "vagar":
Wiktionary: vagar
vagar
Cross Translation:
verb
-
to stand about idly
-
wander freely
-
to move without purpose or destination
-
to pass time idly
-
anything driven at random
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vagar | → roam; wander | ↔ irren — Orientierungslos sein, ohne Ortskenntnis umherlaufen, sich verlaufen |
• vagar | → roam; wander | ↔ zwerven — doelloos of nomadisch heen en weer reizen |
• vagar | → roam; wander; stray | ↔ errer — vaguer de côté et d’autre, aller çà et là. |
• vagar | → loiter; ramble; stroll; wander | ↔ flâner — Se promener sans but |
• vagar | → roam; wander; stray | ↔ vaguer — errer çà et là, aller de côté et d’autre à l’aventure. |
Computer vertaling door derden: