Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
common:
- común; comunal; mundano; corriente; como siempre; en circulación; usual; normalmente; habitual; acostumbrado; de moda; así como así; ordinario; aceptado; a la moda; comúnmente; vendible; normal; general; común y corriente; generalmente; habitualmente; ruin; malo; vil; false; sin más; vilmente; de ordinario; completamente normal; llano; simplemente; modesto; simple; fácil; realmente; vulgar; especial nada; cotidiano; mediocre
- generalidad
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor common (Engels) in het Spaans
common:
-
common (communal; joint)
-
common (current; acceptable)
mundano; común; corriente; como siempre; en circulación; usual; normalmente; habitual; acostumbrado; de moda; así como así; ordinario; aceptado; a la moda; comúnmente; vendible-
mundano bijvoeglijk naamwoord
-
común bijvoeglijk naamwoord
-
corriente bijvoeglijk naamwoord
-
como siempre bijvoeglijk naamwoord
-
en circulación bijvoeglijk naamwoord
-
usual bijvoeglijk naamwoord
-
normalmente bijvoeglijk naamwoord
-
habitual bijvoeglijk naamwoord
-
acostumbrado bijvoeglijk naamwoord
-
de moda bijvoeglijk naamwoord
-
así como así bijvoeglijk naamwoord
-
ordinario bijvoeglijk naamwoord
-
aceptado bijvoeglijk naamwoord
-
a la moda bijvoeglijk naamwoord
-
comúnmente bijvoeglijk naamwoord
-
vendible bijvoeglijk naamwoord
-
-
common (usual; ordinary; customary; commonly; quite common; habitual; ordinarily)
normalmente; ordinario; normal; general; acostumbrado; común y corriente; generalmente; comúnmente; habitualmente; como siempre; así como así; corriente; común; ruin; usual; malo; habitual; vil; false; sin más; vilmente; de ordinario; completamente normal-
normalmente bijvoeglijk naamwoord
-
ordinario bijvoeglijk naamwoord
-
normal bijvoeglijk naamwoord
-
general bijvoeglijk naamwoord
-
acostumbrado bijvoeglijk naamwoord
-
común y corriente bijvoeglijk naamwoord
-
generalmente bijvoeglijk naamwoord
-
comúnmente bijvoeglijk naamwoord
-
habitualmente bijvoeglijk naamwoord
-
como siempre bijvoeglijk naamwoord
-
así como así bijvoeglijk naamwoord
-
corriente bijvoeglijk naamwoord
-
común bijvoeglijk naamwoord
-
ruin bijvoeglijk naamwoord
-
usual bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
habitual bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
false bijvoeglijk naamwoord
-
sin más bijvoeglijk naamwoord
-
vilmente bijvoeglijk naamwoord
-
de ordinario bijvoeglijk naamwoord
-
completamente normal bijvoeglijk naamwoord
-
-
common (plain; ordinary; ordinarily)
ordinario; común; llano; simplemente; normalmente; modesto; habitual; simple; fácil; acostumbrado; comúnmente; como siempre; realmente; vulgar; usual; sin más; así como así; especial nada-
ordinario bijvoeglijk naamwoord
-
común bijvoeglijk naamwoord
-
llano bijvoeglijk naamwoord
-
simplemente bijvoeglijk naamwoord
-
normalmente bijvoeglijk naamwoord
-
modesto bijvoeglijk naamwoord
-
habitual bijvoeglijk naamwoord
-
simple bijvoeglijk naamwoord
-
fácil bijvoeglijk naamwoord
-
acostumbrado bijvoeglijk naamwoord
-
comúnmente bijvoeglijk naamwoord
-
como siempre bijvoeglijk naamwoord
-
realmente bijvoeglijk naamwoord
-
vulgar bijvoeglijk naamwoord
-
usual bijvoeglijk naamwoord
-
sin más bijvoeglijk naamwoord
-
así como así bijvoeglijk naamwoord
-
especial nada bijvoeglijk naamwoord
-
-
common (average; mediocre)
-
the common
la generalidad
Vertaal Matrix voor common:
Verwante woorden van "common":
Synoniemen voor "common":
Antoniemen van "common":
Verwante definities voor "common":
Wiktionary: common
common
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• common | → vulgar; ordinario | ↔ ordinair — gewoon, alledaags, normaal |
• common | → colectivo; común | ↔ gemeenschappelijk — gerelateerd aan meer dan een entiteit |
• common | → corriente | ↔ gangbaar — wat gebruikelijk is |
• common | → general; en general | ↔ allgemein — überall |
• common | → común | ↔ gemein — ursprünglich: eine Eigenschaft, die Mehrere gemeinsam hatten, habend |
• common | → común | ↔ gemein — herablassend: einfach |
• common | → común | ↔ gemeinsam — mehreren Personen oder Sachen zugleich eigen |
• common | → común | ↔ gewöhnlich — innerhalb der Norm befindlich |
• common | → corriente | ↔ gängig — sehr gebräuchlich; weit verbreitet |
• common | → repetido; frecuente | ↔ häufig — vielfach vorkommend, viele Male, immer wieder auftretend |
• common | → corriente; común | ↔ landläufig — weit verbreitet, üblich |
• common | → dula | ↔ Allmende — historisch: das von allen oder einzelnen Berechtigten der Dorfgemeinschaft privat genutzte Gemeindegut, das nicht zur Deckung der Gemeindeausgaben bewirtschaften wird |
• common | → común | ↔ commun — Qui sert, qui peut servir à tout le monde ou seulement à plusieurs personnes. |
• common | → corriente; común | ↔ courant — Commun, ordinaire |
• common | → público | ↔ public — Qui appartient au peuple dans son entier |
• common | → puro; mero | ↔ pur — Qui est sans mélange. |
• common | → vulgar | ↔ vulgaire — Qui est commun |
Computer vertaling door derden: