Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
coachman:
-
Wiktionary:
coachman → carruajero, cochero
coachman → cochero -
Synoniemen voor "coachman":
driver
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor coachman (Engels) in het Spaans
coachman: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- coach: autobús; autocar; coche de viaje; carreta; carretilla; carruaje; carromato; preparador; seleccionador; carroza; perfeccionar; refinar; ómnibus; coche; vagón; vagón de ferrocarríl
- man: joven; chico; hombre; tipo; amo; tío; compañero; caballero; señor; chaval; macho; fulano; hombrecillo; hombrecito; marido; ser humano; persona; personaje; figura; personalidad; género humano; tripular; criado; peón; conserje; sirviente doméstico