Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. incapacity:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor incapacity (Engels) in het Spaans

incapacity:

incapacity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the incapacity (powerlessness)
    la flojedad; la debilidad
  2. the incapacity (incapability; incompetence)
    la incapacidad; la inadecuación; la ineptitud; la incompetencia; la inaptitud

Vertaal Matrix voor incapacity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
debilidad incapacity; powerlessness feebleness; flaw; frailty; gap; impotence; powerlessness; sensitiveness; slackness; susceptibility; touchiness; trivial; vulnerability; weakness
flojedad incapacity; powerlessness blandness; dejection; depression; feebleness; frailty; malaise; recession; slackness; slump; tastelessness; trivial; weakness
inadecuación incapability; incapacity; incompetence
inaptitud incapability; incapacity; incompetence
incapacidad incapability; incapacity; incompetence helplessness; ignorance; impotence; insolvency; insolvent; inviolability; invulnerability; powerlessness
incompetencia incapability; incapacity; incompetence incapability; incompetence
ineptitud incapability; incapacity; incompetence
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- disablement; incompetency

Verwante woorden van "incapacity":


Synoniemen voor "incapacity":


Antoniemen van "incapacity":


Verwante definities voor "incapacity":

  1. lack of physical or natural qualifications1
  2. lack of intellectual power1

Wiktionary: incapacity

incapacity
noun
  1. lack of a capacity

Cross Translation:
FromToVia
incapacity incapacidad incapacité — État de celui qui est incapable de quelque chose.