Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. washing-up:
  2. washing up:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor washing-up (Engels) in het Spaans

washing-up:

washing-up [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the washing-up (dishes)
    la vajilla; el platitos
    • vajilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • platitos [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor washing-up:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
platitos dishes; washing-up little dishes
vajilla dishes; washing-up kitchen utensils; plates and dishes; vessels

Synoniemen voor "washing-up":


Verwante definities voor "washing-up":

  1. the washing of dishes etc after a meal1

Wiktionary: washing-up


Cross Translation:
FromToVia
washing-up fregar los platos afwas — het afwassen, het af te wassene
washing-up fregado vaisselle — Plats, ustensiles,… à laver ou lavés

washing up:

washing up [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the washing up (washing ashore; drift ashore)
    el ser arrojado a la playa; el fracasar; el naufragar

Vertaal Matrix voor washing up:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fracasar drift ashore; washing ashore; washing up
naufragar drift ashore; washing ashore; washing up be shipwrecked
ser arrojado a la playa drift ashore; washing ashore; washing up
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fracasar be a failure; be mistaken; be overthrown; be ruined; break down; break off; come to grief; fail; fall; fall flat; flop; give way; go to pieces; go wrong; lose one's face; make a mistake; meet with disaster; take a nosedive
naufragar bulge out; cave in; prolapse; sag; sink in; subside

Verwante vertalingen van washing-up