Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. boastful:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor boastfully (Engels) in het Spaans

boastfully:


Vertaal Matrix voor boastfully:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- big; large; vauntingly

Synoniemen voor "boastfully":


Verwante definities voor "boastfully":

  1. in a boastful manner1

boastful:

boastful bijvoeglijk naamwoord

  1. boastful (grandiloquent; bragging; boasting)
    ostentador; presumido; fanfarrón
  2. boastful (lah-di-dah; flaunting; overweening; haughty; loud)
    llamativo; ostentoso; fantoche; bambollero

Vertaal Matrix voor boastful:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fanfarrón boaster; braggart; charlatan; daredevil; gasbag; medical genius; medical wizard; medicine man; noisy fellows; quack; roisterer; roisterers; show-off; swaggerer; swank; swank-pot; swanker; swanks; tinhorn; windbag; witch doctor; yapper
fantoche boaster; nonentity; show-off; windbag; yapper
presumido boaster; braggart; windbag; yapper
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- big; braggart; bragging; braggy; cock-a-hoop; crowing; self-aggrandising; self-aggrandizing
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- grandiloquent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bambollero boastful; flaunting; haughty; lah-di-dah; loud; overweening bombastic; grandiloquent; pompous; swolen headed
fanfarrón boastful; boasting; bragging; grandiloquent affected; affectedly; bombastic; snooty
fantoche boastful; flaunting; haughty; lah-di-dah; loud; overweening
llamativo boastful; flaunting; haughty; lah-di-dah; loud; overweening attention drawing; blatant; blooming; bright; cheerful; clear-cut; colored; colorful; coloured; colourful; conspicuous; definite; distinct; explicit; florid; flowered; high-coloured; notable; obvious; outstanding; pronounced; remarkable; sensational; showy; striking; stunning; unmistakable
ostentador boastful; boasting; bragging; grandiloquent
ostentoso boastful; flaunting; haughty; lah-di-dah; loud; overweening blatant; bombastic; grandiloquent; obvious; ostentatious; pompous; showy; swolen headed
presumido boastful; boasting; bragging; grandiloquent arrogant; bumptious; conceited; condescending; foppish; fresh; futile; glorious; haughty; high-handed; lofty; overbearing; pedantic; presumptuous; pretentious; proud; self-satisfied; stuck-up; supercilious; superior; swanky; unbroached; unopened; untouched; unused; vigorous

Verwante woorden van "boastful":

  • boastfulness, boastfully

Synoniemen voor "boastful":


Verwante definities voor "boastful":

  1. exhibiting self-importance1

Wiktionary: boastful

boastful
adjective
  1. tending to boast or brag