Muttering in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

muttering:
- murmullo; zumbido; estrépito; gruñido; cuchicheo
mutter:
- murmurar; musitar; hablar entre dientes; decir entre dientes; rezongar
Wiktionary:
- mutter → mascullar, murmurar, balbucear, balbucir

Engels

Uitgebreide vertaling voor muttering (Engels) in het Spaans

muttering:

muttering [the ~] zelfstandig naamwoord

the muttering (bustle; murmuring; babbling; buzz; hum; din)
el murmullo; el zumbido; el estrépito; el gruñido; el cuchicheo
- murmullo [el ~] zelfstandig naamwoord
- zumbido [el ~] zelfstandig naamwoord
- estrépito [el ~] zelfstandig naamwoord
- gruñido [el ~] zelfstandig naamwoord
- cuchicheo [el ~] zelfstandig naamwoord
the muttering (murmuring; babbling)
el murmullo; el cuchicheo
- murmullo [el ~] zelfstandig naamwoord
- cuchicheo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor muttering:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cuchicheo	babbling; bustle; buzz; din; hum; murmuring; muttering
estrépito	babbling; bustle; buzz; din; hum; murmuring; muttering	din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour; uproar
gruñido	babbling; bustle; buzz; din; hum; murmuring; muttering	grouching; grousing; growl; growling; grumbling; grunt; mumbling; rumbling; simmering in cooking; snarl; snarling
murmullo	babbling; bustle; buzz; din; hum; murmuring; muttering	buzzing; clucking; goggle; goggling; gurgling; humming; rustle; rustling; sloshing; splashing; tingling; twinkle; whisper; whispering
zumbido	babbling; bustle; buzz; din; hum; murmuring; muttering	buzz; buzzing; din; hubbub; hum; humming; movement; noise; nudge; roar; rumor; rumour; whirr; whirring; zooming
-	grumble; grumbling; murmur; murmuration; murmuring; mussitation; mutter

Verwante woorden van "muttering":

mutterings, mutter

Synoniemen voor "muttering":

mutter; murmur; murmuring; murmuration; mussitation; sound
grumble; grumbling; complaint

Verwante definities voor "muttering":

a complaint uttered in a low and indistinct tone¹
a low continuous indistinct sound; often accompanied by movement of the lips without the production of articulate speech¹

mutter:

to mutter werkwoord (mutters, muttered, muttering)

to mutter (mumble; murmur)

– talk indistinctly; usually in a low voice ¹
murmurar; musitar; hablar entre dientes; decir entre dientes
- murmurar werkwoord
- musitar werkwoord
- hablar entre dientes werkwoord
- decir entre dientes werkwoord
to mutter (sputter; crackle; complain; mumble; bluster; grumble)
rezongar
- rezongar werkwoord

Conjugations for mutter:

present

mutter
mutter
mutters
mutter
mutter
mutter

simple past

muttered
muttered
muttered
muttered
muttered
muttered

present perfect

have muttered
have muttered
has muttered
have muttered
have muttered
have muttered

past continuous

was muttering
were muttering
was muttering
were muttering
were muttering
were muttering

future

shall mutter
will mutter
will mutter
shall mutter
will mutter
will mutter

continuous present

am muttering
are muttering
is muttering
are muttering
are muttering
are muttering

subjunctive

be muttered
be muttered
be muttered
be muttered
be muttered
be muttered

diverse

mutter!
let's mutter!
muttered
muttering

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor mutter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	grumble; grumbling; murmur; murmuration; murmuring; mussitation; muttering
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
decir entre dientes	mumble; murmur; mutter
hablar entre dientes	mumble; murmur; mutter
murmurar	mumble; murmur; mutter	chanter; crackle; grouse; growl; grumble; lap; ripple; rumble; rustle; snarl; sough; splash
musitar	mumble; murmur; mutter	lisp; rustle; speak with a lisp; whisper; whizz; whoosh
rezongar	bluster; complain; crackle; grumble; mumble; mutter; sputter	chanter; fight back; grouse; growl; grumble; resist; rumble; snarl; struggle; twaddle; whine
-	croak; gnarl; grumble; maunder; mumble; murmur; mussitate

Verwante woorden van "mutter":

muttering

Synoniemen voor "mutter":

muttering; murmur; murmuring; murmuration; mussitation; sound
grumble; grumbling; complaint
mumble; maunder; mussitate; talk; speak; utter; mouth; verbalize; verbalise
murmur; grumble; croak; gnarl; complain; kick; plain; sound off; quetch; kvetch

Verwante definities voor "mutter":

a complaint uttered in a low and indistinct tone¹
a low continuous indistinct sound; often accompanied by movement of the lips without the production of articulate speech¹
make complaining remarks or noises under one's breath¹
- He muttered his dislike for the cold.²
talk indistinctly; usually in a low voice¹

Wiktionary: mutter

Cross Translation:

From	To	Via
• mutter	→ mascullar; murmurar	↔ mompelen — geluiden maken die moeilijk te verstaan zijn
• mutter	→ balbucear; balbucir	↔ bredouiller — Parler d’une manière précipiter et peu distincte.

Remove Ads

Vertaal muttering van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor muttering (Engels) in het Spaans

muttering:

muttering [the ~] zelfstandig naamwoord

the muttering (bustle; murmuring; babbling; buzz; hum; din)

the muttering (murmuring; babbling)

Vertaal Matrix voor muttering:

Verwante woorden van "muttering":

Synoniemen voor "muttering":

Verwante definities voor "muttering":

mutter:

to mutter werkwoord (mutters, muttered, muttering)

to mutter (mumble; murmur)

to mutter (sputter; crackle; complain; mumble; bluster; grumble)

Conjugations for mutter:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor mutter:

Verwante woorden van "mutter":

Synoniemen voor "mutter":

Verwante definities voor "mutter":

Wiktionary: mutter