Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. seasonings:
  2. seasoning:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor seasonings (Engels) in het Spaans

seasonings:

seasonings [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seasonings (herbs; spices; flavourings)
    el sabor; la substancia aromática degustativa; el condimento
  2. the seasonings (spices; condiments)
    la hierbas; la especias; la yerbas
    • hierbas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • especias [la ~] zelfstandig naamwoord
    • yerbas [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor seasonings:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
condimento flavourings; herbs; seasonings; spices condiment; flavoring; flavouring; flavourings; preparation; seasoning; spice; spices; trendsetters
especias condiments; seasonings; spices condiment; condiments; flavoring; flavouring; flavourings; herb; seasoning; spice; spices
hierbas condiments; seasonings; spices flavoring; flavouring; flavourings; seasoning; spice; spices
sabor flavourings; herbs; seasonings; spices flavoring; flavouring; soul; spices; taste
substancia aromática degustativa flavourings; herbs; seasonings; spices flavoring; flavouring; spices
yerbas condiments; seasonings; spices

Verwante woorden van "seasonings":


seasonings vorm van seasoning:

seasoning [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seasoning
    el adobo
    • adobo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. the seasoning (flavouring; flavoring)
    el aroma
    • aroma [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. the seasoning (flavouring; flavourings; spice; spices; flavoring)
    la especias; la hierbas; el condimento

Vertaal Matrix voor seasoning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adobo seasoning
aroma flavoring; flavouring; seasoning aroma; bouquet; bunch of flowers; fragrance; odor; odour; perfume; scent; sense of smell; smell
condimento flavoring; flavouring; flavourings; seasoning; spice; spices condiment; flavourings; herbs; preparation; seasonings; spices; trendsetters
especias flavoring; flavouring; flavourings; seasoning; spice; spices condiment; condiments; flavoring; flavouring; flavourings; herb; seasonings; spice; spices
hierbas flavoring; flavouring; flavourings; seasoning; spice; spices condiments; seasonings; spices
- flavorer; flavoring; flavourer; flavouring; seasoner

Verwante woorden van "seasoning":


Synoniemen voor "seasoning":


Verwante definities voor "seasoning":

  1. the act of adding a seasoning to food1
  2. something added to food primarily for the savor it imparts1

Wiktionary: seasoning


Cross Translation:
FromToVia
seasoning sazón; adobo assaisonnementaction d’assaisonner.
seasoning especia épice — Condiment aromatique