Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. supervisors:
  2. supervisor:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor supervisors (Engels) in het Spaans

supervisors:

supervisors [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the supervisors (superintendent; observers; foremen; inspectors)
    el guardia; el vigilantes; el inspectores; el supervisores; la inspectoras
  2. the supervisors (inspectors)
    el controladores; el inspectores

Vertaal Matrix voor supervisors:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
controladores inspectors; supervisors
guardia foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors attendant; bodyguard; constable; doorkeeper; doorman; guard; guards; look-outs; men on guard; officer of police; patrol; patrols; police officer; policeman; policewoman; porter; sentries; sentry; squads on guard; usher; wake; warder; watch; watchers; watchman; watchmen
inspectoras foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors
inspectores foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors
supervisores foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors
vigilantes foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors attendants; surveillants

Verwante woorden van "supervisors":


supervisors vorm van supervisor:

supervisor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the supervisor (tutor)
    el director de tesis; el promotor
  2. the supervisor (superintendant)
    el supervisor; el capataz; el inspector
  3. the supervisor
    el supervisor

Vertaal Matrix voor supervisor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
capataz superintendant; supervisor boss; chief; commander; foreman; foreman of a pile-driving gang; front-rank man; head; headman; leader; lord; ruler; superior
director de tesis supervisor; tutor
inspector superintendant; supervisor aide; animal foster; attendant; caretaker; custom-house officer; examinator; examiner; facilitator; inspector; nurse; orderly; ticket inspector
promotor supervisor; tutor developer; founder; instigator; promoter; prompter; ringleader
supervisor superintendant; supervisor aide; animal foster; attendant; caretaker; door-keeper; examinator; examiner; facilitator; inspector; nurse; orderly; ticket inspector; usher
- executive program; superintendent; supervisory program
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- checker; comptroller; controller; factory overseer; foreman; guide; industrial supervisor; inspector; instructor; overseer; teacher; tutor

Verwante woorden van "supervisor":


Synoniemen voor "supervisor":


Verwante definities voor "supervisor":

  1. a program that controls the execution of other programs1
  2. one who supervises or has charge and direction of1

Wiktionary: supervisor

supervisor
noun
  1. a person with the official task of overseeing the work of a person or group

Cross Translation:
FromToVia
supervisor supervisor opzichter — iemand die toezicht houdt
supervisor director de tesis Doktorvater — Person, die einen Doktoranden während der Doktorarbeit betreut