Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. thorn:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor thorn (Engels) in het Spaans

thorn:

thorn [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the thorn (sting)
    la espina; la púa
    • espina [la ~] zelfstandig naamwoord
    • púa [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor thorn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espina sting; thorn
púa sting; thorn plectrum
- irritant; pricker; prickle; spikelet; spine; sticker
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- prickle; spike; spine

Verwante woorden van "thorn":


Synoniemen voor "thorn":


Verwante definities voor "thorn":

  1. something that causes irritation and annoyance1
    • he's a thorn in my flesh1
  2. a Germanic character of runic origin1
  3. a small sharp-pointed tip resembling a spike on a stem or leaf1

Wiktionary: thorn

thorn
noun
  1. sharp protective spine of a plant
  2. letter of the Latin alphabet (Þ, þ)

Cross Translation:
FromToVia
thorn espina; espinga; punzón DornBotanik: ein stechendes Gebilde an einer Pflanze, das an der Stelle eines Organs sitzt
thorn aguijón Stachel — spitzes Pflanzenteil, Auswuchs des Rindengewebes
thorn acacia AkazieGattung dorniger Baum und Strauch der Tropen und Subtropen (Acacia)
thorn espina doorn — scherp uitsteeksel aan een plant
thorn espina épine — (botanique) branche, feuille, stipule ou partie de feuille transformée en un organe allongé et piquant.

Verwante vertalingen van thorn