Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. collaborator:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor collaborator (Engels) in het Frans

collaborator:

collaborator [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the collaborator
    le collaborateur
  2. the collaborator (traitor to one's country; quisling)
    le traître

Vertaal Matrix voor collaborator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collaborateur collaborator contributor
traître collaborator; quisling; traitor to one's country betrayer; squeaker; squealer; traitor; traitress; villain
- collaborationist; confederate; cooperator; henchman; pardner; partner; partner in crime; quisling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
traître bad; behind one's back; cunning; disloyal; false; falsely; foul; indecent; jarring; low; mean; nasty; offensive; perfidious; ribald; scurvy; secretly; sharp; shrewd; slippery; sly; traitorous; treacherous; underhand; vicious; vile

Verwante woorden van "collaborator":

  • collaborators

Synoniemen voor "collaborator":


Verwante definities voor "collaborator":

  1. an associate in an activity or endeavor or sphere of common interest1
    • the musician and the librettist were collaborators1
  2. someone who collaborates with an enemy occupying force1
  3. someone who assists in a plot1

Wiktionary: collaborator

collaborator
noun
  1. a person who collaborates
collaborator
noun
  1. travail|fr Celui, celle qui travailler de concert avec un ou plusieurs autres à une œuvre commune.

Computer vertaling door derden: