Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. naiveté:
  2. naïvete:
  3. Wiktionary:
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. naïveté:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor naiveté (Engels) in het Frans

naivete:


Vertaal Matrix voor naivete:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- naiveness; naivety

Synoniemen voor "naivete":


Antoniemen van "naivete":

  • sophistication

Verwante definities voor "naivete":

  1. lack of sophistication or worldliness1

Wiktionary: naivete


Cross Translation:
FromToVia
naivete naïveté Naivität — die Eigenschaft, naiv zu sein; Unschuld, Kindlichkeit

naiveté:

naiveté [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the naiveté (credulity; gullibility)
    la naïveté; la crédulité

Vertaal Matrix voor naiveté:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crédulité credulity; gullibility; naiveté
naïveté credulity; gullibility; naiveté foolishness; inanity; innocence; naïvete; naïvety; silliness

Wiktionary: naiveté

naiveté
noun
  1. Ingénuité d’une personne

Cross Translation:
FromToVia
naiveté naïveté Naivität — die Eigenschaft, naiv zu sein; Unschuld, Kindlichkeit

naïvete:


Computer vertaling door derden:


Frans

Uitgebreide vertaling voor naiveté (Frans) in het Engels

naïveté:

naïveté [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la naïveté (crédulité)
    the gullibility; the naiveté; the credulity
  2. la naïveté (candeur; innocence; ingénuité; simplicité)
    the innocence; the naïvety
  3. la naïveté (simplicité; ignorance; innocence; )
    the naïvete; the foolishness; the inanity; the silliness

Vertaal Matrix voor naïveté:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
credulity crédulité; naïveté
foolishness candeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naïveté; niaiserie; simplicité blague; bouffonnerie; bêtise; bêtises; déraison; espièglerie; folie; idiotie; non-sens; plaisanterie; sottise; stupidité
gullibility crédulité; naïveté
inanity candeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naïveté; niaiserie; simplicité aliénation; folie; idiotisme
innocence candeur; ingénuité; innocence; naïveté; simplicité caractère immaculé; chasteté; modestie; netteté; propreté; pureté; retenue; retraite
naiveté crédulité; naïveté
naïvete candeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naïveté; niaiserie; simplicité
naïvety candeur; ingénuité; innocence; naïveté; simplicité
silliness candeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naïveté; niaiserie; simplicité allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité

Synoniemen voor "naïveté":


Wiktionary: naïveté

naïveté
noun
  1. Ingénuité d’une personne
naïveté
noun
  1. lack of sophistication, experience, judgement or worldliness; artlessness; gullibility; credulity

Cross Translation:
FromToVia
naïveté naivety; naïvety; naiveté; naïveté; naivete Naivität — die Eigenschaft, naiv zu sein; Unschuld, Kindlichkeit

Computer vertaling door derden: