Renter: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

rent:
- louer; prendre à bail; affermer
- loyer; prix de location; location; bail; déchirure; décousure; partie décousue
renter:
- locataire; preneur; habitant; résident; habitante; résidante
Wiktionary:
- renter → locataire
- rent → loyer, rente
- rent → louer
- rent → louer, loyer, bail

Frans naar Engels: Meer gegevens...

renter:
Het woord renter is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van frans naar engels.
- Synoniemen voor "renter":
  pensionner; retraiter; subventionner; entretenir; octroyer; pourvoir

Engels

Uitgebreide vertaling voor renter (Engels) in het Frans

renter vorm van rent:

to rent werkwoord (rents, rented, renting)

to rent (hire out; let)
louer
- louer werkwoord (loue, loues, louons, louez, louent, louais, louait, louions, louiez, louaient, louai, louas, loua, louâmes, louâtes, louèrent, louerai, loueras, louera, louerons, louerez, loueront)
to rent (lease; farm; let; farm out)

– let for money ¹
louer; prendre à bail; affermer
- louer werkwoord (loue, loues, louons, louez, louent, louais, louait, louions, louiez, louaient, louai, louas, loua, louâmes, louâtes, louèrent, louerai, loueras, louera, louerons, louerez, loueront)
- prendre à bail werkwoord
- affermer werkwoord (afferme, affermes, affermons, affermez, afferment, affermais, affermait, affermions, affermiez, affermaient, affermai, affermas, afferma, affermâmes, affermâtes, affermèrent, affermerai, affermeras, affermera, affermerons, affermerez, affermeront)

Conjugations for rent:

present

rent
rent
rents
rent
rent
rent

simple past

rented
rented
rented
rented
rented
rented

present perfect

have rented
have rented
has rented
have rented
have rented
have rented

past continuous

was renting
were renting
was renting
were renting
were renting
were renting

future

shall rent
will rent
will rent
shall rent
will rent
will rent

continuous present

am renting
are renting
is renting
are renting
are renting
are renting

subjunctive

be rented
be rented
be rented
be rented
be rented
be rented

diverse

rent!
let's rent!
rented
renting

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

rent [the ~] zelfstandig naamwoord

the rent (rental price)
le loyer; le prix de location; la location
- loyer [le ~] zelfstandig naamwoord
- prix de location [le ~] zelfstandig naamwoord
- location [la ~] zelfstandig naamwoord
the rent (lease)
le bail; le loyer; le prix de location
- bail [le ~] zelfstandig naamwoord
- loyer [le ~] zelfstandig naamwoord
- prix de location [le ~] zelfstandig naamwoord
the rent (rip; tear; split)
la déchirure; la décousure; la partie décousue
- déchirure [la ~] zelfstandig naamwoord
- décousure [la ~] zelfstandig naamwoord
- partie décousue [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rent:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bail	lease; rent	ground lease; ground rent; hereditary tenure; lease; lease agreement; lease time; long lease
déchirure	rent; rip; split; tear	break off; cracks; graze; grazing shot; interrupting; little scratch; nicks; notches; scores; scrape; scratch; severing; splits; tearing loose; tearing off
décousure	rent; rip; split; tear
location	rent; rental price	advance booking; chartering; employment; forward sale; hiring; hiring out; leasing; letting; preliminary conversation; rental; reservation
loyer	lease; rent; rental price	roomrent
partie décousue	rent; rip; split; tear
prix de location	lease; rent; rental price
-	economic rent; rip; snag; split; tear
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affermer	farm; farm out; lease; let; rent
louer	farm; farm out; hire out; lease; let; rent	charter; commend; extol; farm out; glorify; hire; honor; honour; lease; pay deference to; praise; show respect for
prendre à bail	farm; farm out; lease; let; rent	charter
-	charter; engage; hire; lease; let; take
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	lease; rent in kind; rental; take on lease

Verwante woorden van "rent":

renting, rents

Synoniemen voor "rent":

annuity in advance
rip; snag; split; tear; opening; gap
economic rent; return; issue; take; takings; proceeds; yield; payoff
tear
lease; contract; undertake
let; give; rent out
hire; charter; engage; take; get; acquire

Verwante definities voor "rent":

the act of rending or ripping or splitting something¹
an opening made forcibly as by pulling apart¹
a payment or series of payments made by the lessee to an owner for use of some property, facility, equipment, or service¹
the return derived from cultivated land in excess of that derived from the poorest land cultivated under similar conditions¹
engage for service under a term of contract¹
- Let's rent a car¹
grant use or occupation of under a term of contract¹
let for money¹
- We rented our apartment to friends while we were abroad¹
hold under a lease or rental agreement; of goods and services¹

Wiktionary: rent

rent

noun

payment made by a tenant
- rent → loyer

verb

to occupy premises in exchange for rent
- rent → louer
to grant occupation in return for rent
- rent → louer
obtain/have temporary possession of an object such as a movie
- rent → louer

rent

verb

Traductions à trier suivant le sens
- louer → hire; rent

noun

prix de la location d’une maison ou d’un appartement.
- loyer → rent; rental; salary; wage
revenu annuel.
- rente → income; revenue; interest; annuity; rent; profit

Cross Translation:

From	To	Via
• rent	→ louer	↔ huren — tegen betaling lenen
• rent	→ loyer; bail	↔ Miete — das für die (zeitweilige) Nutzung beziehungsweise Überlassung bestimmter Einrichtungen (vor allem Wohnungen oder Ähnlichem), Gegenständen oder Dienstleistungen zu zahlende Entgelt
• rent	→ louer	↔ mieten — (transitiv): gegen Bezahlung für eine bestimmte Zeit zur Benutzung überlassen bekommen

renter:

renter [the ~] zelfstandig naamwoord

the renter (tenant)

– someone who pays rent to use land or a building or a car that is owned by someone else ¹
le locataire; le preneur
- locataire [le ~] zelfstandig naamwoord
- preneur [le ~] zelfstandig naamwoord
the renter (householder; inhabitant; resident; tenant; lodger; lessee)

– someone who pays rent to use land or a building or a car that is owned by someone else ¹
l'habitant; le locataire; le résident; l'habitante; la résidante
- habitant [le ~] zelfstandig naamwoord
- locataire [le ~] zelfstandig naamwoord
- résident [le ~] zelfstandig naamwoord
- habitante [la ~] zelfstandig naamwoord
- résidante [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor renter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
habitant	householder; inhabitant; lessee; lodger; renter; resident; tenant	citizen; denizen; dweller; habitant; indweller; inhabitant
habitante	householder; inhabitant; lessee; lodger; renter; resident; tenant
locataire	householder; inhabitant; lessee; lodger; renter; resident; tenant	lodger; resident; tenant
preneur	renter; tenant	leaseholder
résidante	householder; inhabitant; lessee; lodger; renter; resident; tenant	lodger; resident
résident	householder; inhabitant; lessee; lodger; renter; resident; tenant	lodger; resident
-	tenant
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
habitant		intern; resident

Verwante woorden van "renter":

renters

Synoniemen voor "renter":

tenant; payer; remunerator
owner; proprietor

Verwante definities voor "renter":

an owner of property who receives payment for its use by another person¹
someone who pays rent to use land or a building or a car that is owned by someone else¹

Wiktionary: renter

renter

noun

Celui qui occupe une maison ou une partie de maison à loyer.
- locataire → renter; tenant; hirer

Frans

Uitgebreide vertaling voor renter (Frans) in het Engels

renter: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

rené: reborn; born again
ter: three times
ôter: extricate; lift out; take off; undress; disrobe; remove one's clothes; take; collar; pinch; empty; snatch; steal; rob; nick; swipe; snitch; take away; pilfer; expropriate; pull out; clear out; purloin; filch; cadge; make off with; go thieving; take out

renter:

Synoniemen voor "renter":

pensionner; retraiter; subventionner; entretenir; octroyer; pourvoir

Remove Ads

Engelse en Franse zoekresultaten voor: renter

Uitgebreide vertaling voor renter (Engels) in het Frans

renter vorm van rent:

to rent werkwoord (rents, rented, renting)

to rent (hire out; let)

to rent (lease; farm; let; farm out)

Conjugations for rent:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

rent [the ~] zelfstandig naamwoord

the rent (rental price)

the rent (lease)

the rent (rip; tear; split)

Vertaal Matrix voor rent:

Verwante woorden van "rent":

Synoniemen voor "rent":

Verwante definities voor "rent":

Wiktionary: rent

renter:

renter [the ~] zelfstandig naamwoord

the renter (tenant)

the renter (householder; inhabitant; resident; tenant; lodger; lessee)

Vertaal Matrix voor renter:

Verwante woorden van "renter":

Synoniemen voor "renter":

Verwante definities voor "renter":

Wiktionary: renter

Uitgebreide vertaling voor renter (Frans) in het Engels

renter: (*Woord en zin splitter gebruikt)

renter:

Synoniemen voor "renter":

renter: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}