Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Zoek: choir

Engelse en Franse zoekresultaten voor: choir

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

choir:
- choeur; chorale
Wiktionary:
- choir → classe, chœur, chorale
- choir → chœur, chorale

Frans naar Engels: Meer gegevens...

échoir:
- age
Wiktionary:
- choir → fall, drop
- échoir → be bestowed, be given, be granted, fall to the share

Engels

Uitgebreide vertaling voor choir (Engels) in het Frans

choir:

choir [the ~] zelfstandig naamwoord

the choir (chorus)
le choeur
- choeur [le ~] zelfstandig naamwoord
the choir (choral-society)
le choeur; la chorale
- choeur [le ~] zelfstandig naamwoord
- chorale [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor choir:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
choeur	choir; choral-society; chorus	church choir; community singing
chorale	choir; choral-society	choral society
-	consort
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	chorus

Verwante woorden van "choir":

choirs

Synoniemen voor "choir":

Verwante definities voor "choir":

the area occupied by singers; the part of the chancel between sanctuary and nave¹
a chorus that sings as part of a religious ceremony¹
a family of similar musical instrument playing together¹
sing in a choir¹

Wiktionary: choir

choir

noun

a rank or order of angels
- choir → classe; chœur
part of a church for choir assembly
- choir → chœur
singing group
- choir → chœur

choir

noun

(musique) ensemble de personnes qui chantent à l’unisson ou à plusieurs voix des œuvres musicales.
- chorale → chorale; chorus; choir
(musique) troupe de gens qui chanter ensemble.
- chœur → chorus; choir

Cross Translation:

From	To	Via
• choir	→ chœur	↔ koor — een groep mensen die samen zingen
• choir	→ chœur; chorale	↔ Chor — Musik: Ensemble von Sängern, das gemeinsam Chorwerke vorträgt
• choir	→ chœur	↔ Chor — Architektur: Altarraum in Kirchen

Verwante vertalingen van choir

Frans

Uitgebreide vertaling voor choir (Frans) in het Engels

choir:

Synoniemen voor "choir":

tomber; abandonner; renoncer; plaquer; retomber; pleuvoir; aboutir; foncer; succomber; trébucher; chanceler; tituber; vaciller; osciller; chavirer; buter

Wiktionary: choir

choir

verb

région, (vieilli) entraîner vers le bas par son propre poids, selon la loi d’attraction, à la suite d’une rupture d’équilibre. tomber.
- choir → fall; drop

échoir:

échoir werkwoord

échoir (date)
to age
– To become mature or past due, as in a mature account or a past due account. ²
- age werkwoord (ages, aged, ageing)

Vertaal Matrix voor échoir:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
age		an; ancienneté; cycle; grand âge; période; saison; siècle; temps; vieillesse; âge; âge avancé; ère; époque
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
age	date; échoir	mûrir; âge

Synoniemen voor "échoir":

advenir; incomber; obvenir; survenir; tomber; hériter; recevoir; recueillir; retomber; apparaître; arriver; surgir

Wiktionary: échoir

Cross Translation:

From	To	Via
• échoir	→ be bestowed; be given; be granted; fall to the share	↔ zuteilwerden — gehoben, (intransitiv) Dativ\|: jemand erhält etwas, jemand oder etwas bekommt Anteil an etwas