Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Zoek: debacle

Engelse en Franse zoekresultaten voor: debacle

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

debacle:
- Wiktionary:
  debacle → débâcle, fiasco
  debacle → débâcle
- Synoniemen voor "debacle":
  fiasco; collapse
  flood; inundation; deluge; alluvion
  thrashing; walloping; drubbing; slaughter; trouncing; whipping; defeat; licking

Frans naar Engels: Meer gegevens...

débâcle:
- downfall; drawback; disadvantage; ruin; floating ice; break-up of ice
Wiktionary:
- débâcle → debacle
- débâcle → debacle

Engels

Uitgebreide vertaling voor debacle (Engels) in het Frans

debacle:

Vertaal Matrix voor debacle:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	drubbing; fiasco; slaughter; thrashing; trouncing; walloping; whipping

Synoniemen voor "debacle":

fiasco; collapse
flood; inundation; deluge; alluvion
thrashing; walloping; drubbing; slaughter; trouncing; whipping; defeat; licking

Verwante definities voor "debacle":

a sudden and violent collapse¹
a sound defeat¹
flooding caused by a tumultuous breakup of ice in a river during the spring or summer¹

Wiktionary: debacle

debacle

noun

break up of a natural dam
- debacle → débâcle
event or enterprise that ends suddenly and disastrously
- debacle → débâcle; fiasco

debacle

noun

changement brusque qui amène désordre et confusion
- débâcle → debacle

Cross Translation:

From	To	Via
• debacle	→ débâcle	↔ Debakel — unheilvoller, unglücklicher Ausgang

Frans

Uitgebreide vertaling voor debacle (Frans) in het Engels

débâcle:

débâcle [la ~] zelfstandig naamwoord

la débâcle (chute; destruction; inconvénient; ruine)
the downfall; the drawback; the disadvantage; the ruin
- downfall [the ~] zelfstandig naamwoord
- drawback [the ~] zelfstandig naamwoord
- disadvantage [the ~] zelfstandig naamwoord
- ruin [the ~] zelfstandig naamwoord
la débâcle (embâcle)
the floating ice; the break-up of ice
- floating ice [the ~] zelfstandig naamwoord
- break-up of ice [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor débâcle:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
break-up of ice	débâcle; embâcle
disadvantage	chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine	avarie; dommage; défaite; dégât; déprédation; détriment; inconvénient; perte
downfall	chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine	amoindrissement; baisse; chute; chutes; descente; diminution; déclin; décroissance; décrue; pertes
drawback	chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine	côté arrière; côté dorsal; envers; inconvénient; revers; verso
floating ice	débâcle; embâcle
ruin	chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine	bouge; galetas; masure; ruine; ruines; taudis
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ruin		aigrir; brouiller; dégrader; détruire; dévaster; empoisonner; enfieller; exaspérer; gâter; irriter; ravager; ruiner; saccager
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
disadvantage		désavantagieux

Synoniemen voor "débâcle":

bouscueil; faillite; banqueroute; krach; déconfiture; culbute; ruine; liquidation; chute; crise; échec; fiasco; incontinence; énurésie; diarrhée; effondrement; catastrophe

Wiktionary: débâcle

débâcle

noun

changement brusque qui amène désordre et confusion
- débâcle → debacle

débâcle

noun

break up of a natural dam
- debacle → débâcle
event or enterprise that ends suddenly and disastrously
- debacle → débâcle; fiasco

Cross Translation:

From	To	Via
• débâcle	→ debacle	↔ Debakel — unheilvoller, unglücklicher Ausgang

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University