Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. germ:
  2. Wiktionary:
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. germé:


Engels

Uitgebreide vertaling voor germ (Engels) in het Frans

germ:

germ [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the germ (seeds; seed)
    le germe; la graine; la semence
    • germe [le ~] zelfstandig naamwoord
    • graine [la ~] zelfstandig naamwoord
    • semence [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor germ:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
germe germ; seed; seeds cause; germule; immediate cause; motive; reason
graine germ; seed; seeds grain of seed; pip; seed; small seed; stone
semence germ; seed; seeds seed; sowing-seed; sowing-time
- bug; microbe; seed; source
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- rudiment

Verwante woorden van "germ":

  • germs

Synoniemen voor "germ":


Verwante definities voor "germ":

  1. a minute life form (especially a disease-causing bacterium); the term is not in technical use1
  2. a small apparently simple structure (as a fertilized egg) from which new tissue can develop into a complete organism1
  3. anything that provides inspiration for later work1

Wiktionary: germ

germ
noun
  1. idea
  2. mass of cells
  3. pathogenic microorganism
germ
noun
  1. biologie|fr rudiment de tout être organiser, végétal ou animal.

Cross Translation:
FromToVia
germ agent pathogène ErregerMedizin: Auslöser einer Krankheit
germ germe KeimMedizin, Mikrobiologie: potentiell krankheitserregender Mikroorganismus
germ agent pathogène KrankheitserregerMedizin: Organismus oder seltener ein Stoff , der eine Krankheit verursacht
germ microbe ziektekiem — een micro-organisme dat ziekte veroorzaakt

Verwante vertalingen van germ



Frans

Uitgebreide vertaling voor germ (Frans) in het Engels

germé:

germé bijvoeglijk naamwoord

  1. germé
    sprout; germinated

Vertaal Matrix voor germé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprout bouture; fleurs; floraison; rejeton
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprout descendre de; germer; grandir; pousser; pousser vigoureusement; provenir; provenir de; s'épanouir; surgir; venir de; être issu de; être originaire de
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
germinated germé
sprout germé