Opponent: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

opponent:
- opposant; adversaire; rival; antagoniste; parti opposé; partie adverse
Wiktionary:
- opponent → adversaire, antagoniste, contradicteur, opposant
- opponent → concurrent, adversaire, candidat du parti opposé

Engels

Uitgebreide vertaling voor opponent (Engels) in het Frans

the opponent (adversary; antagonist)
l'opposant; l'adversaire; le rival; l'antagoniste; le parti opposé; la partie adverse
- opposant [le ~] zelfstandig naamwoord
- adversaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- rival [le ~] zelfstandig naamwoord
- antagoniste [le ~] zelfstandig naamwoord
- parti opposé [le ~] zelfstandig naamwoord
- partie adverse [la ~] zelfstandig naamwoord
the opponent (adversary; antagonist)
l'adversaire; le rival
- adversaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- rival [le ~] zelfstandig naamwoord
the opponent (antagonist; adversary)
l'adversaire
- adversaire [le ~] zelfstandig naamwoord
the opponent (oppositional candidate)
l'opposant; le rival
- opposant [le ~] zelfstandig naamwoord
- rival [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adversaire	adversary; antagonist; opponent	adversary; disfavored persona; enemy; foe; opposition; voter against
antagoniste	adversary; antagonist; opponent	voter against
opposant	adversary; antagonist; opponent; oppositional candidate	voter against
parti opposé	adversary; antagonist; opponent	opposition
partie adverse	adversary; antagonist; opponent	opposition
rival	adversary; antagonist; opponent; oppositional candidate	competitor; contestant; rival
-	adversary; antagonist; opposer; opposite; opposition; resister
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	opposing
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	adversary; counterparty; opposite party
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
antagoniste		antipodal; conflicting; contradictory; incompatible; opposite

opponent

noun

opponent

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• opponent	→ concurrent; adversaire	↔ tegenstrever — iemand die tegenwerkt
• opponent	→ adversaire	↔ tegenstander — vijand, rivaal
• opponent	→ adversaire	↔ tegenspeler — een speler van de tegenpartij
• opponent	→ candidat du parti opposé	↔ tegenkandidaat — een andere kandidaat uit een tegenpartij
• opponent	→ adversaire	↔ Gegner — Person oder Institution/ Organisation, die gegenteilige Interessen verfolgt
• opponent	→ adversaire	↔ Widerpart — veraltend: Gegner, Widersacher