Ostentation: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

ostentation:
- ostentation
Wiktionary:
- ostentation → ostentation
- ostentation → ostensible, ostentatoire

Frans naar Engels: Meer gegevens...

ostentation:
- pompous ass; ostentation; swank; vanity; frivolousness; frivolity; flightiness; shallowness; superficiality; lightheartedness; volatility; cheerfulness
Wiktionary:
- ostentation → ostentation, flaunting

Engels

Uitgebreide vertaling voor ostentation (Engels) in het Frans

ostentation:

ostentation [the ~] zelfstandig naamwoord

the ostentation (pompous ass; swank)
l'ostentation
- ostentation [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ostentation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ostentation	ostentation; pompous ass; swank	cheerfulness; flightiness; frivolity; frivolousness; lightheartedness; shallowness; superficiality; vanity; volatility
-	fanfare; flash; inflation; ostentatiousness; pomposity; pompousness; pretentiousness; puffiness; splashiness

Synoniemen voor "ostentation":

fanfare; flash; display
ostentatiousness; pomposity; pompousness; pretentiousness; puffiness; splashiness; inflation; inelegance
pretentiousness; pretension; largeness

Verwante definities voor "ostentation":

pretentious or showy or vulgar display¹
lack of elegance as a consequence of being pompous and puffed up with vanity¹
a gaudy outward display¹

Wiktionary: ostentation

ostentation

noun

display of excessive show in an attempt to impress others
- ostentation → ostentation
a show or spectacle
- ostentation → ostentation

ostentation

noun

affectation de montrer des qualités ou des avantages dont on vouloir faire parade.
- ostentation → ostentation; flaunting

Cross Translation:

From	To	Via
• ostentation	→ ostensible; ostentatoire	↔ ostentativ — bildungssprachlich: auf Beachtung berechnet, zur Schau gestellt, in einer herausfordernden Weise, bewusst ausrichten

Frans

Uitgebreide vertaling voor ostentation (Frans) in het Engels

ostentation:

ostentation [la ~] zelfstandig naamwoord

l'ostentation
the pompous ass; the ostentation; the swank
- pompous ass [the ~] zelfstandig naamwoord
- ostentation [the ~] zelfstandig naamwoord
- swank [the ~] zelfstandig naamwoord
l'ostentation (vanité; orgueil; frivolité; légèreté)
the vanity; the frivolousness; the frivolity; the flightiness
- vanity [the ~] zelfstandig naamwoord
- frivolousness [the ~] zelfstandig naamwoord
- frivolity [the ~] zelfstandig naamwoord
- flightiness [the ~] zelfstandig naamwoord
l'ostentation (légèreté; gaieté; imprudence; joie; entrain; écueil; récif; témérité; brièveté; frivolité; jovialité; enjouement; inexactitude; humeur joyeuse; manque de profondeur; caractère superficiel)
the shallowness; the superficiality; the frivolity; the lightheartedness; the volatility; the frivolousness; the cheerfulness; the flightiness
- shallowness [the ~] zelfstandig naamwoord
- superficiality [the ~] zelfstandig naamwoord
- frivolity [the ~] zelfstandig naamwoord
- lightheartedness [the ~] zelfstandig naamwoord
- volatility [the ~] zelfstandig naamwoord
- frivolousness [the ~] zelfstandig naamwoord
- cheerfulness [the ~] zelfstandig naamwoord
- flightiness [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ostentation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cheerfulness	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil	allégresse; belle humeur; bonne humeur; enjouement; entrain; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
flightiness	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; orgueil; ostentation; récif; témérité; vanité; écueil
frivolity	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; orgueil; ostentation; récif; témérité; vanité; écueil
frivolousness	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; orgueil; ostentation; récif; témérité; vanité; écueil
lightheartedness	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil	allégresse; belle humeur; bonne humeur; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
ostentation	ostentation
pompous ass	ostentation
shallowness	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil
superficiality	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil
swank	ostentation	action; affectation; artifice; bluff; bravache; bravade; chichi; comédie; crâneur; esbroufeur; fanfaronnade; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre; vantardise
vanity	frivolité; légèreté; orgueil; ostentation; vanité	fierté; orgueil; vanité
volatility	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
swank		bluffer; exagérer; faire de l'esbroufe; faire de l'épate; faire le fanfaron; fanfaronner; se vanter; se vanter de

Synoniemen voor "ostentation":

affectation; emploi; apparat; pompe; faste; étalage; éclat; cérémonial; solennité; luxe; cortège; fla-fla; façon; flafla; gloriole; morgue; infatuation; fatuité; dédain; arrogance; fierté; outrecuidance; présomption; importance; montre; parade; pose; attitude; place

Wiktionary: ostentation

ostentation

noun

affectation de montrer des qualités ou des avantages dont on vouloir faire parade.
- ostentation → ostentation; flaunting

ostentation

noun

display of excessive show in an attempt to impress others
- ostentation → ostentation
a show or spectacle
- ostentation → ostentation

Remove Ads

Engelse en Franse zoekresultaten voor: ostentation

Uitgebreide vertaling voor ostentation (Engels) in het Frans

ostentation:

ostentation [the ~] zelfstandig naamwoord

the ostentation (pompous ass; swank)

Vertaal Matrix voor ostentation:

Synoniemen voor "ostentation":

Verwante definities voor "ostentation":

Wiktionary: ostentation

Uitgebreide vertaling voor ostentation (Frans) in het Engels

ostentation:

ostentation [la ~] zelfstandig naamwoord

l'ostentation

l'ostentation (vanité; orgueil; frivolité; légèreté)

l'ostentation (légèreté; gaieté; imprudence; joie; entrain; écueil; récif; témérité; brièveté; frivolité; jovialité; enjouement; inexactitude; humeur joyeuse; manque de profondeur; caractère superficiel)

Vertaal Matrix voor ostentation:

Synoniemen voor "ostentation":

Wiktionary: ostentation