Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. rut:
  2. Wiktionary:
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rut:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor rut (Engels) in het Frans

rut:

rut [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rut (routine)
    le train-train; la routine
  2. the rut (heat; mating season)
    le rut; la chaleur; la chaleurs
    • rut [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chaleur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • chaleurs [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. the rut (track)
    l'ornière

Vertaal Matrix voor rut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaleur heat; mating season; rut highly strung; jittery; nervousness; warmth
chaleurs heat; mating season; rut
ornière rut; track cart track
routine routine; rut experience; practice; practise; routine; skill
rut heat; mating season; rut mating-season; rutting season
train-train routine; rut sauntering gait
- estrus; groove; heat; oestrus
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- furrow; groove

Verwante woorden van "rut":

  • ruts

Synoniemen voor "rut":


Antoniemen van "rut":

  • anestrus

Verwante definities voor "rut":

  1. a settled and monotonous routine that is hard to escape1
    • they fell into a conversational rut1
  2. a groove or furrow (especially one in soft earth caused by wheels)1
  3. applies to nonhuman mammals: a state or period of heightened sexual arousal and activity1
  4. hollow out in the form of a furrow or groove1
  5. be in a state of sexual excitement; of male mammals1

Wiktionary: rut

rut
noun
  1. sexual desire or oestrus
  2. furrow, groove, or track worn in the ground
  3. fixed routine, procedure, line of conduct, thought or feeling
verb
  1. make a furrow
rut
noun
  1. trace
  2. désir de s’accoupler, en parlant des cerfs et de quelques autres animaux

Cross Translation:
FromToVia
rut chaleur; chasse; folie; rut; époque du rut; période du rut BrunftJägersprache: Paarungszeit insbesondere des Schalenwilds

Verwante vertalingen van rut



Frans

Uitgebreide vertaling voor rut (Frans) in het Engels

rut:

rut [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le rut (chaleur; chaleurs)
    the rut; the heat; the mating season
    • rut [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mating season [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le rut (saison des amours; pariade; saison du frai)
    the mating-season; the rutting season

Vertaal Matrix voor rut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heat chaleur; chaleurs; rut manche
mating season chaleur; chaleurs; rut
mating-season pariade; rut; saison des amours; saison du frai
rut chaleur; chaleurs; rut ornière; routine; train-train
rutting season pariade; rut; saison des amours; saison du frai
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heat chauffer; réchauffer la nourriture; échauffer

Synoniemen voor "rut":


Wiktionary: rut

rut
noun
  1. désir de s’accoupler, en parlant des cerfs et de quelques autres animaux
rut
noun
  1. condition where a mammal is aroused sexually or where it is especially fertile
  2. sexual desire or oestrus

Cross Translation:
FromToVia
rut rut; rutting season BrunftJägersprache: Paarungszeit insbesondere des Schalenwilds

Verwante vertalingen van rut