Sneer: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

sneer:
- vanne; ricanement; remarque moqueuse; grimace; rictus
- grimacer; rire sardonique; ridiculiser; se moquer de; railler; tourner en dérision; ironiser; rendre ridicule; tourner en ridicule; tourner au ridicule; se moquer; insulter
Wiktionary:
- sneer → ricaner

Engels

Uitgebreide vertaling voor sneer (Engels) in het Frans

sneer:

sneer [the ~] zelfstandig naamwoord

the sneer (grin; smirk; jibe)
la vanne; le ricanement; la remarque moqueuse
- vanne [la ~] zelfstandig naamwoord
- ricanement [le ~] zelfstandig naamwoord
- remarque moqueuse [la ~] zelfstandig naamwoord
the sneer (grin; smirk)
la grimace; le ricanement; le rictus
- grimace [la ~] zelfstandig naamwoord
- ricanement [le ~] zelfstandig naamwoord
- rictus [le ~] zelfstandig naamwoord

to sneer werkwoord (sneers, sneered, sneering)

to sneer (grin; smirk)
grimacer; rire sardonique
- grimacer werkwoord (grimace, grimaces, grimaçons, grimacez, grimacent, grimaçais, grimaçait, grimacions, grimaciez, grimaçaient, grimaçai, grimaças, grimaça, grimaçâmes, grimaçâtes, grimacèrent, grimacerai, grimaceras, grimacera, grimacerons, grimacerez, grimaceront)
- rire sardonique werkwoord
to sneer (ridicule; make a fool of; taunt; scoff at)
ridiculiser; se moquer de; railler; tourner en dérision; ironiser; rendre ridicule; tourner en ridicule; tourner au ridicule
- ridiculiser werkwoord (ridiculise, ridiculises, ridiculisons, ridiculisez, ridiculisent, ridiculisais, ridiculisait, ridiculisions, ridiculisiez, ridiculisaient, ridiculisai, ridiculisas, ridiculisa, ridiculisâmes, ridiculisâtes, ridiculisèrent, ridiculiserai, ridiculiseras, ridiculisera, ridiculiserons, ridiculiserez, ridiculiseront)
- se moquer de werkwoord
- railler werkwoord (raille, railles, raillons, raillez, raillent, raillais, raillait, raillions, railliez, raillaient, raillai, raillas, railla, raillâmes, raillâtes, raillèrent, raillerai, railleras, raillera, raillerons, raillerez, railleront)
- tourner en dérision werkwoord
- ironiser werkwoord (ironise, ironises, ironisons, ironisez, ironisent, ironisais, ironisait, ironisions, ironisiez, ironisaient, ironisai, ironisas, ironisa, ironisâmes, ironisâtes, ironisèrent, ironiserai, ironiseras, ironisera, ironiserons, ironiserez, ironiseront)
- rendre ridicule werkwoord
- tourner en ridicule werkwoord
- tourner au ridicule werkwoord
to sneer (scoff)
se moquer; se moquer de; insulter; ridiculiser; railler; rendre ridicule; tourner en dérision; tourner en ridicule; tourner au ridicule
- se moquer werkwoord
- se moquer de werkwoord
- insulter werkwoord (insulte, insultes, insultons, insultez, insultent, insultais, insultait, insultions, insultiez, insultaient, insultai, insultas, insulta, insultâmes, insultâtes, insultèrent, insulterai, insulteras, insultera, insulterons, insulterez, insulteront)
- ridiculiser werkwoord (ridiculise, ridiculises, ridiculisons, ridiculisez, ridiculisent, ridiculisais, ridiculisait, ridiculisions, ridiculisiez, ridiculisaient, ridiculisai, ridiculisas, ridiculisa, ridiculisâmes, ridiculisâtes, ridiculisèrent, ridiculiserai, ridiculiseras, ridiculisera, ridiculiserons, ridiculiserez, ridiculiseront)
- railler werkwoord (raille, railles, raillons, raillez, raillent, raillais, raillait, raillions, railliez, raillaient, raillai, raillas, railla, raillâmes, raillâtes, raillèrent, raillerai, railleras, raillera, raillerons, raillerez, railleront)
- rendre ridicule werkwoord
- tourner en dérision werkwoord
- tourner en ridicule werkwoord
- tourner au ridicule werkwoord
to sneer (smirk)
grimacer
- grimacer werkwoord (grimace, grimaces, grimaçons, grimacez, grimacent, grimaçais, grimaçait, grimacions, grimaciez, grimaçaient, grimaçai, grimaças, grimaça, grimaçâmes, grimaçâtes, grimacèrent, grimacerai, grimaceras, grimacera, grimacerons, grimacerez, grimaceront)

Conjugations for sneer:

present

sneer
sneer
sneers
sneer
sneer
sneer

simple past

sneered
sneered
sneered
sneered
sneered
sneered

present perfect

have sneered
have sneered
has sneered
have sneered
have sneered
have sneered

past continuous

was sneering
were sneering
was sneering
were sneering
were sneering
were sneering

future

shall sneer
will sneer
will sneer
shall sneer
will sneer
will sneer

continuous present

am sneering
are sneering
is sneering
are sneering
are sneering
are sneering

subjunctive

be sneered
be sneered
be sneered
be sneered
be sneered
be sneered

diverse

sneer!
let's sneer!
sneered
sneering

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor sneer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grimace	grin; smirk; sneer	grinning at; laughter
remarque moqueuse	grin; jibe; smirk; sneer
ricanement	grin; jibe; smirk; sneer	cheering; cheers; chortle; chuckle; chuckling; derision; exultation; giggling; grinning; jeering; jubilation; laughter; rejoicing; scornful laughter; smiling; sneering; snigger; sniggering; tittering
rictus	grin; smirk; sneer
vanne	grin; jibe; smirk; sneer
-	leer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grimacer	grin; smirk; sneer	grimace; grin; smirk
insulter	scoff; sneer	abuse; aggrieve; bawl; be furious; call names; call someone names; curse; defamate; go off the deep end; grumble; hurt; hurt someone's feelings; insult; jeer at; offend; rage; rail at; rant; rave; revile; scoff at; scold; scream; slander; storm; swear; taunt; thunder; to be furious; yell
ironiser	make a fool of; ridicule; scoff at; sneer; taunt
railler	make a fool of; ridicule; scoff; scoff at; sneer; taunt	abuse; insult; make fun of; poke fun at; revile; ridicule
rendre ridicule	make a fool of; ridicule; scoff; scoff at; sneer; taunt	abuse; insult; make fun of; poke fun at; revile; ridicule
ridiculiser	make a fool of; ridicule; scoff; scoff at; sneer; taunt	abuse; insult; make fun of; poke fun at; revile; ridicule
rire sardonique	grin; smirk; sneer
se moquer	scoff; sneer	make fun of; poke fun at; ridicule
se moquer de	make a fool of; ridicule; scoff; scoff at; sneer; taunt	abuse; insult; ironize; laugh at; make fun of; poke fun at; revile; ridicule
tourner au ridicule	make a fool of; ridicule; scoff; scoff at; sneer; taunt	abuse; insult; revile
tourner en dérision	make a fool of; ridicule; scoff; scoff at; sneer; taunt	abuse; insult; make fun of; poke fun at; revile; ridicule
tourner en ridicule	make a fool of; ridicule; scoff; scoff at; sneer; taunt	make fun of; poke fun at; ridicule

Verwante woorden van "sneer":

sneering, sneers

Synoniemen voor "sneer":

Verwante definities voor "sneer":

a facial expression of contempt or scorn; the upper lip curls¹
a contemptuous or scornful remark¹
smile contemptuously¹
- she sneered at her little sister's efforts to play the song on the piano¹
express through a scornful smile¹
- she sneered her contempt¹

Wiktionary: sneer

sneer

verb

raise a corner of the upper lip slightly in scorn
- sneer → ricaner

Verwante vertalingen van sneer

sneer at

Remove Ads

Engelse en Franse zoekresultaten voor: sneer

Uitgebreide vertaling voor sneer (Engels) in het Frans

sneer:

sneer [the ~] zelfstandig naamwoord

the sneer (grin; smirk; jibe)

the sneer (grin; smirk)

to sneer werkwoord (sneers, sneered, sneering)

to sneer (grin; smirk)

to sneer (ridicule; make a fool of; taunt; scoff at)

to sneer (scoff)

to sneer (smirk)

Conjugations for sneer:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor sneer:

Verwante woorden van "sneer":

Synoniemen voor "sneer":

Verwante definities voor "sneer":

Wiktionary: sneer

Verwante vertalingen van sneer