Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. truthful:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor truthful (Engels) in het Frans

truthful:

truthful bijvoeglijk naamwoord

  1. truthful (faithful; true)
    conforme à la vérité; véridique
  2. truthful (truth-loving; veracious; veridical)
    sincère

Vertaal Matrix voor truthful:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- true
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- veracious
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conforme à la vérité faithful; true; truthful
sincère truth-loving; truthful; veracious; veridical cordial; cordially; decent; deep; earnest; fair; frank; genuine; grave; heart-felt; heartfelt; hearty; honest; meant; neat; open; outspoken; profound; proper; respectable; right; serious; severe; sincere; sporting; straight; straightforward; true; upright; veritable; whole-hearted; wholehearted
véridique faithful; true; truthful actual; actually; certainly; definitely; factually; fair; genuine; genuinely; honest; in truth; indeed; it's true; real; really; sure; surely; to be sure; true; truly; truthfully; undoubtedly; verily; veritable

Verwante woorden van "truthful":


Synoniemen voor "truthful":


Antoniemen van "truthful":


Verwante definities voor "truthful":

  1. expressing or given to expressing the truth1
    • gave truthful testimony1
    • a truthful person1
  2. conforming to truth1
    • a truthful statement1

Wiktionary: truthful

truthful
adjective
  1. Qui aimer à dire la vérité, qui a l’habitude de la dire.